Muziek abc voor Xavier
Er heerste volop dankbaarheid in het kabouterdorp. Zowel kinderboerderij Weltevree alsmede het circus theater hadden een goed jaar afgesloten en maakten zich op voor nieuwe avonturen. Kabouter Wijsneus en Klaasje Vaak waren er opuitgestuurd om muziek onderwijsinstellingen, een fanfare corps en ’t circus orkest
uit te nodigen voor een gesprek op het kantoor van kabouter koning Baardje. Toen iedereen aanwezig was zat het vol met een groep circus- orkest kabouters en leden van een plaatselijk fanfare orkest. Butler Joost schonk thee en serveerde gevulde koeken.
Baardje keek de kring rond en nam het woord. ‘Welkom allemaal!’
‘Binnen kort vieren we de tweede verjaardag van mijn achter klein zoon Xavier, een klein parmantig maar vooral muziekaal kereltje.’ Om die muzikaliteit te stimuleren kwam ik op het volgende idee.’ ‘Alle kinderen vanaf twee jaar gaan we een muziekaal A B C leren doormiddel van het zien en horen van deze muziek instrumenten,’ ‘ De kabouters, Joost, Klaasje en Wijsneus hebben alles bedacht, uitgewerkt en geprint.’ De repetities beginnen woensdag middag om twee uur in de circustent en zaterdag om die zelfde tijd is de uitvoering.’ ‘De bedoeling is dat we beginnen met de A , de muzikant die dan opkomt roept dan zijn naam met die letter A en het instrument wat hij bespeeld.’ ‘Als er nog vragen zijn dan horen wij dat graag.’
Er waren geen vragen en ieder keerde huiswaarts. Kabouter Joost was intussen bezig met een liedje wat hij nog van vroeger kende en zong het voor kabouter Baardje. ‘Ik ben een muzikant en reis door ’t hele land, en ik kan spelen!’ Dan moeten de kinderen roepen: ‘Wat kun jij spelen?’ Dan komt de muzikant naar voren en zegt bij voorbeeld ik speel de fluit: op dat moment horen en zien de kinderen iemand die op een fluit speelt.’ ‘Heel leuk en goed bedacht riep Baardje enthousiast!’ Het was die woensdag op het podium van de circustent een drukte van belang met al die muziekanten en hun instrumenten. Op de eretribune zaten koning Baardje, het kabouter bestuur, muziekleraren, juffen van crèches, peuter schooltjes en andere leerkrachten.
Op het podium stond kabouter Joost achter een lessenaar met een microfoon in zijn hand. ‘Dames en heren, jongens en meisjes hartelijk welkom, let goed op we gaan nu beginnen.’ Hij zong het liedje: ‘Ik ben een muzikant.’ Uit het publiek werd geroepen,’Wat kun jij spelen?’ Joost liet een bordje met een A zien en de eerste muzikant kwam naar voren
A ‘Ik ben Arie en speel Accordeon.’
hij liet het instrument prachtig
horen.
B ‘Ik heet Bob en bespeel de Bas.’
C Een dametje riep ‘ik heet
hoorn.
F Frits speelde een deuntje Fluit
G Govert kwam naar voren met
De Gipsy broers zij speelden
op Gitaar.
H Herman was aan de beurt met
met zijn Hobo, Hans op Hoorn
en Hermien begeleidde op een
Harp.
I Inge speelde op een Ierse
J Ik heet Jolanda en speel op
K Karel speelde Klarinet,
Kees liet een Klavecimbel
M Marcel kwam met zijn
Mandoline en Marius op
Mondharmonica.
P Pieter speelde prachtig op
de Piano en Paul op een
Q Quena drumde Quavadis op
R Ramses deed iets met een
T Tom met Trompet en Toon
U Ursula kwam met haar
V Victor kwam met zijn viool
en Vincent speelde op zijn
W Wouter blies op een
X Xavier speelde een Xylofoon
Y Yvonne liet een Yatga uit
Z Zitas besloot het geheel met
een Zigeunerlied op