Heetste dag
heetste dag van het jaar
Het was op de heetste dag van het jaar 2019, alles was gortdroog, sproeien mocht niet ondanks de 35 graden.
We zaten op het grasveld met om ons hee een zestal eenden en een fuut. Die watervogels lagen ook te zonnen…… met deze warmte. Vlerkie, onze troetel eend Is er niet bij.
De enig overlevende van een nest van acht kuikentjes, de rest was ten onder gegaan aan de vreetlust van snoeken en reigers. Vlerkie had een kort stompie als linker achterpoot en een paar pennen uit zijn vleugel waren verdwenen, toch wist hij zich vliegend te redden en kwam hinkend naar ons toe voor wat stukjes brood en een bakje water. Even later stonden wij op om onze stoelen in de schaduw te zetten. De eenden vlogen naar de sloot zonder Vlerkie, die bleef op zijn plekje liggen.
Het mobieltje liet van zich horen, dochter May sprak: ‘pa, ik kom strak op m’n nieuwe elektrische fiets (e-bike) naar Landsmeer om je pillen en de post te brengen. Vinden jullie dat goed?’ ‘Ja, natuurlijk’ antwoordde ik.
Een uur later, wij zaten achter de struiken in de schaduw, horen we: ‘Hallo, daar ben ik eindelijk’. ‘Kom gezellig bij ons zitten en zeg wat je wilt drinken’, zei Nel. Een glas water , was haar antwoord. Zij nam een slok en zuchtte: ‘wat een onderneming met die hitte, heel anders dan met de auto’. ‘Je kon ook niet door de Ij-tunnel’ zei ik. "Nee, ik kwam met de pont en met deze fiets moet je remmen met één hand en hij heeft een terugtraprem. De pont vaart naar het NDSM-terrein en via de Klaprozenweg kom je in de Twiskepolder. Daar doorheen fietsend ben ik bij de boerderij Marsen afgestapt. Op een bord stond dat je daar verse groenten, eieren en fruit kon kopen. Dus ik naar binnen. Het eerste wat ik op dat erf zag was een ruimte met kippen, ganzen en een duiventil. Verderop waren koeien en schapen en een paar ponypaardjes. Er was ook een lang gebouw waar varkens in een modderbad lagen en via de konijnenhokken stond ik weer buiten. Daar zag ik een winkeltje waar ik ook naar binnen ging. Er was niemand.
Ik liep wat rond tussen die kistjes met appels, peren, pruimen, aardbeien, sla, en komkommers. Nog steeds zag ik niemand, wel zag ik een vrieskist met ijsjes, nam er een uit en al likkend dacht ik: ijs kan ik niet meenemen naar Nel en Wim met deze hitte, om niet met lege handen aan te komen pakte ik een doosje ‘kletskoppen’ en dacht tevreden soort bij soort. Ik wilde nu weleens afrekenen en riep: Is daar iemand?... Geen mens… Dus ging ik maar naar buiten en zowaar daar stond een lange man. Ik zei: dag meneer, ik wil betalen.
Hij keek mij aan en ging vlak naast me staan boog zijn hoofd en stak een vinger in zijn neusgat en zei: zie je, ik ben niet verkouden meer. Ongemakkelijk naar hem opkijkend zei ik: ik zie t, en ondertussen keek ik om me heen naar een ander levend wezen. De man had een koordje om zijn nek hangen met daaraan een kaartje waarop zijn naam stond en de naam van een zorginstelling. Weer vroeg hij mij in zijn neus te kijken… Gelukkig zag ik toen in de verte een persoon met een kruiwagen en heel hard riep ik die kant op: Waar kan ik betalen? In de winkel staat een bel, riep hij terug. Inderdaad, binnen de kortste keren kwam er iemand.
Sorry mevrouw dat ik er niet was maar ik moest helpen bij een koe die aan t kalveren was….. Nou begrijp ik het, ik wilde afrekenen en zag niemand. Wat voor een bedrijf is dit eigenlijk. Nou, het is hier een biologisch gecertificeerd landbouw en veebedrijf, op 17 hectare veengrond produceren de boeren met hulpverleners en de mensen met een beperking biologische dynamische voeding. Ook komen hier dagelijks geestelijk gehandicapte mensen met hun begeleiders. Wij leren deze mensen hoe zij stallen moeten schoonmaken en met de dieren moeten omgaan, kortom, hun verzorging. Weer anderen laten wij de kruiden en groente bewerken, zoals het bemesten en water geven, ook zijn er fruitplukkers bij. Dit alles om ze een vak te leren waardoor de mensen zelfstandiger worden.
Ik bedankte voor de uitleg en vroeg nog of zij hun eigen vlees aten….Ja, alles, zei zij met een lachje, vooral het varkensvlees vind ik lekker.
Ik stapte naar buiten, zag een groepje mensen met staan die ook zo’n kaart om hun hals hadden hangen. En wie stond erbij… mijn lange meneer neusvreugde.
Dit is het relaas zoals m’n dochter May het mij vertelde.