Eksters en ander gespuis!

 


OBSERVATIE IN DE ACHTERTUIN.
 
De Eksters.

Vanuit ‘t badkamerraam op de eerste verdieping “van het Landsmeerse
huisje” keek ik naar buiten, en raakte onder bekoring van het opvallend
unieke, mooie wijde uitzicht over de tuinen en weide gronden. Heel
lyrisch bedacht ik, wat een bevoorrecht mens ik was, om vanuit zo’n
positie zoiets te mogen aanschouwen, de bomen en struiken waren nog
pril, de sloten nog goed zichtbaar, zodat de observatie over het Ilperveld
tot aan Watergang zich openbaarde. Heel veel indruk maakte een rijtje
populieren die elkaar als schaduwen omhelsden. Toen trok de prachtige
berkenboom “van de buren” mijn aandacht. In de top bevond zich een
enorm koepelnest, gebouwd door een eksterpaar. Zij maakte de hele
omgeving onveilig, voor bijna alle vogeltjes met hun uitgekomen
broedsels.

Nader bekeken zijn eksters heel mooie vogels, met hun zwart witte
verenpak en lange staart met groene glans. Met een verrekijker kon ik
vanuit mijn strategische plekje ook de vele andere vogels goed bekijken
en raakte door dat gegluur, volledig in de ban van de gehele natuur.
Diezelfde zaterdagmorgen onder het genot van een kopje koffie met Nel
en haar zoon Reinier, ontvouwde ik mijn plan, om alle vogels en andere
dieren rondom het huis op kleine board paneeltjes te gaan schilderen, en
in verhaaltjes, de wetenswaardigheden te gaan beschrijven. Vandaar,
kom ik als eerste met de ekster, een vogel van c.a. 15 cm, die al in de
winter zijn nest begint te bouwen en broedterritorium uitzet, nadat hij de
groep met zijn soortgenoten verlaten heeft. In het nest leggen ze, vijf of
meer eieren, welke door het wijfje zo’n 18 dagen worden bebroedt. Het
mannetje vliegt af en aan met voedsel, zoals eitjes, kleine vogeltjes,
naakt- en huisjesslakken, veldmuizen, spinnen maar ook vruchten,
nootjes, zaadjes en graan. Om nog meer van de natuur te proeven en
ontdekken ben ik nu ook dagelijks bezig met werken in de tuin en op de
velden waar je echt met brandnetels en distels moet stoeien. Na een paar
uur ging ik opzoek naar Reinier die ondertussen zoals meestal op
zaterdag zijn bedrijfsauto had uitgezogen en gewassen. Ik vond hem in ‘t
zonnetje, op zijn uitverkoren plekje, het stoepje bij de voordeur. Naast
elkaar gezeten keken wij naar zijn hond Lucky een prachtig bouvier, die
op het gras gelegen, de verrichtingen van een dikke hommel volgde. Kom
je hier elke week om je auto te wassen, vroeg ik. Meestal wel, maar ook
om mijn moeder te zien en haar lekkere kopje soep niet te vergeten zei hij
met een lachje. We spraken ook nog even over de eksters, en ik zei; wat
wreed hé, die zwart-witte rovers die alle nestjes leeg halen. Alles gaat
gewoon door, en die vogeltjes leggen wel nieuwe eitjes die een kans
maken, zo zijn de wetten van de natuur nu eenmaal, aldus Reinier. Hij
had natuurlijk gelijk, maar ik blijf het boenders vinden.