Sjalom
SJALOM
een heel belangrijke gebeurtenis
Levi
vleide zich neer en rommelde wat in een plastic tasje. ‘Hier Wim, ik heb wat
lekkers meegenomen dat even in de oven of magnetron warm gemaakt moet worden.’
Hij gaf een zakje waarin vier broodjes zaten. ‘Lekker, ik ga ze meteen warm
maken en zet gelijk koffie.’ Terwijl ik bezig was kwam Levi aan de keukentafel
bij me zitten. ‘Deze broodjes zijn een voorbeeld wat Jiddische mensen graag
eten.’ ‘Wat voor broodjes zijn dat dan?’ ‘Kosjere broodjes warm pekelvlees en
daar hoort ook nog wat tafelzuur zonder conserveermiddel bij.’ ‘Ja, zo
omstreeks 1850 is dat begonnen, Joodse Immigranten uit Polen en Duitsland
hielden zich bezig met het inmaken van uien, zure bommen, augurken, leverworst
en vis in zuur en zout.’’Een haring met ui en zure bom is ook echt Joods. ‘Zo
kwam ook het leeghalen van vis en het daarna weer opvullen met een brood en
visvlees in zwang.’
Dan
hebben we nog de Challe, een mooi gevlochten brood en de Matse, een platbrood
wat op een cracker lijkt.’ ‘Ik wilde je ook vragen waar het woord Jood vandaan
komt,’ ‘Oorspronkelijk komt die naam van het Koninkrijk JEHOEDA, maar dat is
ook weer een heel verhaal.’ ‘Het duizelt me’ zei ik. ‘Mij ook was het antwoord
van Levi, maar ik ben met de Synagoge en de Rabbi opgevoed en volgens die
traditie is Abraham de eerste Jood.’ Abraham zijn zoon was Isaak en de zoon van
Isaak was Jacob.’ ‘Volgens de Tenach
-de
Joodse bijbel-, gaf God Jacob de naam Israël, wat in het oud Hebreeuws "De
Onoverwinnelijke” betekenent .’ Dan hebben we nog de Halacha,- dat zijn de
Joodse wetten- en daarin staat dat alleen iemand met een Joodse moeder zich
Jood of Jodin mag noemen.’ ‘Eerst daags komt de Pesach er weer aan.’ ‘Sorry
Levi , wat is nu weer de Pesach ?’
‘Dat is
de Paasweek, die duurt acht dagen en begint met de Sederavond, dan komen Joodse
families en kennissen bij elkaar om uit de Hagada te lezen -dat is een boekje
waaruit verteld wordt over de Joodse slavernij in Egypte en hoe de uittocht uit
Egypte is verlopen- .’ ‘Op die avond worden volgens traditie Matzes gegeten en
druivensap of wijn gedronken ter ere van God.’
‘Dat
gaan wij nu ook doen’, zei ik en schonk twee glazen kosjere wijn in. Levi hief
zijn glas en bracht glimlachend een toost uit en riep ‘Lechajiem’ -op het
leven- , ik wilde ook meetellen en zei: ‘Mazzel’ in de weet dat dit geluk
betekent. ‘Eten is een geestelijke bezigheid, daarom koken en eten we als
gelovigen anders.’ De Thora -het heilige boek- schrijft voor dat een Jood,
zuivelproducten en vleeskost gescheiden hoort te bereiden. Hij mag alleen vlees
eten van dieren die vier magen hebben en herkauwend zijn.’
Dus,
koeien, schapen, lammeren en geiten zijn dieren met vier magen die mogen, mits
ritueel geslacht, gegeten worden. Ritueel slachten dat is door middel van de
halssnede, volgens moslims en joden is
dat een pijnloze snelle slachtmethode, maar dierenbeschermers denken daar anders over. Zondags kon je bij
een joodse slager en bakker je inkopen doen omdat zij hun Sabbat –rustdag- op zaterdag hielden en de gemeente voor hen een uitzondering op
de sluitingswet maakte. Dat bracht ook vele kleine joodse straatverkopers op
een idee, ook zij trokken er zondags op uit met hun bruin gekleurde handkarren
of bakfietsen, op die karren stonden witte schalen, gevuld met uitjes,
augurken, haringen, zure bommen en rolmopsen voor ieder z’n smaak. Ik hoor nog
de uitroepen en kreten van die zuurverkopers , ‘Kom, voor een Komkóóómertje!!’,
voor uitjes in de wijnazijijijn moet je bij Sammy zijn.’
‘Jullie
zijn echt een volk, dat aan de betekenis van economie en welvaart heeft
bijgedragen.’Zei ik. ‘En nog’, zei Levi,
‘Nederland is over de hele wereld bekend geworden door onze kunstschilders,
advocaten, doktoren en industrieën, denk maar aan de diamant- en
tabaksindustrie.’ Verder hebben joodse ondernemers veel bekende merken op de
markt gebracht , zoals Blue Band, Unox, Kwatta, Enka en Ranja. Ook met stoffen,
kleding en confectie hebben ze veel bijgedragen en voor werkgelegenheid
gezorgd, dan denk ik aan de naaistertjes die o.a bij Gerzon werkten en vrij
waren op Sabbat.’ Ja, er is heel wat
gebeurd in al die jaren nadat in 1948 de staat Israël gesticht is, denk maar
aan al die conflicten met Arabische landen in het Midden-Oosten.’ ‘Over het
geloof ben ik ook anders gaan denken. Ik kom niet vaak meer in de synagoge, een
eenvoudige jood kan ook door het vrije geloof tot God komen.’
Ach
Levi, ik ben ook geen kerkganger meer maar vouw af en toe mijn handen als dank
voor het leven, want het is je maar even gegeven.
Met een
instemmende knik zei Levi:
‘ HAVA NAGILA’
(Laat ons gelukkig zijn.)