In het groen

                 
Grote groepen kinderen kwamen het kabouterdorp  bezoeken. De boerderij en ’t circus vonden ze allemaal geweldig. Er kwamen bussen uit het hele land. Kabouter Weet Veel wist opdat moment Niet Veel en vroeg aan Bolwang, ‘Hoe weten die bussen ons te vinden?’ ‘Dat hebben wij aan de laptop van koning Baardje te danken, hij maakt uitgebreid reclame op zijn website en het is herfst vakantie’, was het antwoord. Er was ook een bus met kinderen uit ’t Gooi en Vechtstreek gekomen. Deze groep deed mee aan een wandel speurtocht met een natuurgids en Juffrouw Laura Blank. Ze hadden een opschrijfboekje en moesten alle planten, bomen en dieren die ze tegen kwamen opschrijven en later in een verhaaltje verwerken. ‘O, ja voor dat jullie over de dieren gaan schrijven en denken, moet je eerst kijken wat zo’n  dier uit zich zelf doet en door schade en schande wijs geworden is.’

 

 

‘Een voorbeeld : ‘Als je een gans of zwaan

tegen komt die blaast of pikt of met zijn vleugels slaat of een bok die met zijn horens dreigt , dan moet je niet denken dat zo’n dier vals of kwaadaardig is, maar dit doet uit angst of zelfverdediging.’

‘Dus altijd goed onderzoeken en opletten.’

‘Is dat begrepen?’ ‘Ja Juffrouw’, zeiden de kinderen en gingen op pad.
 
Na een paar uur met vele belevenissen kwam de groep tenslotte bij het domein  van de kabouters Spitsneus en Klaasje terecht  die lyrisch over hun bloemen, planten,vijvers en vogels vertelden. De kinderen schreven alles ijverig op, daarna bedankte Laura de kabouters en zei:   ‘Kom op, we gaan naar de bus.’  In een lange rij schokte de kinderen achter hun juf aan richting de parkeerplaats.
Bij de bus aangekomen bleek de chauffeur niet aanwezig te zijn. Overal werd gezocht, geroepen en gekeken maar zonder resultaat. Als een lopend vuurtje werd het bekend in ’t dorp , iedereen die kon zocht mee.

 

Juffrouw Blank had de kinderen in een kring gezet en zong een zelf gemaakt liedje met ze. ‘chauffeurtje, chauffeurtje,

waar blijf je nauw, we kunnen niet langer wachten en zijn blauw van de kouw.
 
Na enige tijd hoorden ze hoef getrappel en zagen de kinderen een ponypaardje met een kaboutertje in ’t zadel.

Het bleek Jürghen het Duitse circus clowntje te zijn. Uit de verte riep hij: ‘Hij is gevonden en komt er zo aan.’ ‘Wat is er gebeurt vroeg juf Laura, ‘dat weet ik niet dat moet u aan hem zelf vragen’ zei Jürghen.

 

Vijf minuten later liep de chauffeur de parkeerplaats op en begon zijn verhaal. ‘ Ik dacht dat jullie uren zouden wandelen en heb mijn vriendin gebeld die in Hoofddorp woont en zij is direct gekomen en toen hebben wij in de poffertjes kraam wat gegeten en gedronken.
Ik bied u mijn excuus aan en heb voor u en de kinderen een kabouterkoekje mee genomen.
 
 Iedereen  stapte in de bus en daarna reden ze terug naar ’t Gooi. Bij een theehuis in ’t Spaanderswoud werd gestopt voor een groepsfoto en kregen de kinderen nog wat te drinken.
Gertje zat dromerig voor het raam naar buiten te kijken en ze: ‘Juf ik zag net Eucalypta voorbij vliegen, woont Paulus hier ook?’

‘Ja, haast alle boskabouters wonen hier.’

Tevreden viel Gertje in slaap en droomde over de oude uil Oeboeroe.