wijk gouden real
WIJK
GOUDEN REAL AMSTERDAM.
Al meer
dan 400 jaar onderhouden Nederland en Turkije een handels relatie. De contacten
vonden eerst plaats in ’t Stadhuis op De Dam te Amsterdam en later speelde het
een rol in de Haarlemmerstraat in het
West-Indisch Huis als zetel van de West-Indische Compagnie. In 1628 werd
admiraal Piet Hein er feestelijk ontvangen met zijn buit van de Spaanse
zilvervloot, die in de kelder
van het huis werd op geslagen. Met die gedachten spelend moest ik denken aan
meerdere belangrijke en bekende personen die in deze buurt een rol hebben
gespeeld of nog spelen. Eens leefden op de Haarlemmerdijk Keetje Tippel, uit het gelijknamige boek van Neel Doff, ook
de dichter Jan Zoet die er een herberg "De Zoete Rust” beheerde waar hij veel
schrijvers en dichters een verblijf bood o.a Jan Luyken.
Een
galerie met gezellige foyers, een
theatertje en de woning van pantomime speler Rob van Reijn was op nr. 31.
Schrijver
Eduart Douwes Dekker (Multatuli) woonde
als kind op nr. 94. Op Haarlemmerplein 17 schreef Jacques Perk een deel van de
Mathildecyclus, inspiratiebron voor de gedichten van Willem Kloos. Op datzelfde
adres werd Willem Drees geboren, hij was onze minister-President van 1948- 1958
. In ’47 was hij degene die de eerste aanzet gaf met zijn Noodvoorziening voor
ouderen van 65 jaar en ouder.
In 1956
is de AOW van "Vadertje Drees” (troetelnaam) tot stand gekomen. Terugkerend op
de Haarlemmerdijk komen we bij de Buiten Oranje straat die zijn naam
vermoedelijk te danken heeft aan ’t feit
dat er ooit een huis heeft gestaan met in de gevelsteen de woorden: ‘de Prins
van Oranje’.
Prins
Maurits werd hiermede in de Zeventiende eeuw geëerd, vermoedelijk door zijn
bemoeienis met de fortificaties van de Nieuwe Waal. In de Buiten Oranje straat
woonde schrijfster, journaliste en publiciste Eveline Brilleman waar ik een
vriendschappelijk contact mee had gekregen als klant en door een paar stukjes
wat ze over mij en mijn zaak in de wijkkrant ‘ De Gouden Real’ had geschreven.
Zo heb ik haar op een dag durven vragen of ze mijn verhalen lezen wilde, en mij
eventueel te helpen bij het samen
stellen van een verhalenbundel . Ondanks haar drukke werk heeft zij het
redigeren van het bundeltje Haarlemmerdijkies pro deo en met veel plezier
gedaan, zoals zij mij vertelde. En ik op mijn beurt wil haar hartelijk bedanken
met de woorden uit een lied met tekst van Eli Asser: ‘WE ZIJN TOCH OP DE WERELD
OM MEKAAR TE HELPEN NIEWAAR?’
straat
van Amsterdam.)
In 2009
verscheen:
‘Rondom
het Westerdok’
(De
geschiedenis van Haarlemmerbuurt, Westelijke - eilanden en Westerdokseiland.)
In 2012
verscheen ‘Chinese karakters’ (100 jaar Chinatown Amsterdam.)
Nu
steken we de Haarlemmerhouttuinen over en gaan het spoorwegviaduct ‘tussen de
bogen’ onderdoor en komen op het Hendrik Jonkerplein, wat vroeger tot 1956 nog Bickersplein heette.
Wegens
het 100 jarig bestaan van Stoom en andere Werktuigen fabriek
‘De
Windbreker’
Op dit
plein stond ook de Eilandskerk, een driebeukige houtenkerk met vierkante
toren (helaas afgebroken)
Vanaf
de zestiger jaren heb ik de eilanden regelmatig bezocht als belangstellende van
al dat moois en beroepsmatig omdat mijn balen ruwe koffie daar opgeslagen lagen
in de
Grote Bickerstraat 58, bij koffie Branderij ‘Het Fortuin’ van
P. Ross
& zonen.
In het
begin werden de drie grootste eilanden het Voor, Midden en Achter eiland
genoemd, zij waren verbonden door acht houten bruggen.
PRINSENEILAND.
Het Middeneiland is waarschijnlijk Prinseneiland genoemd omdat er ooit een huis heeft gestaan
met een gevelsteen waarin de afbeeldingen van de eerste drie prinsen van Oranje
Willem van Oranje, Prins Maurits en Prins Frederik Hendrik stonden. Het eiland
werd omgeven door verschillende grachten. Er stonden meer dan honderd pakhuizen
die voornamelijk gebruikt werden voor opslag van hout, pek en teer.
Het
eiland is na de tweede wereld oorlog drastisch veranderd, toen is men begonnen
met het afsplitsen van deze pakhuizen en zijn ze in appartementen opgedeeld
waarna het een aangename woon en werk
buurt
is geworden waar zich veel artiesten en kunstenaars vestigden.
Aannemer Cees Maks bouwde op nr. 24 de atelier woning
van de kunstschilder George Hendrik Breitner waar hij 50 jaar gewoond en
gewerkt heeft. Fotograaf Cas Oorthuys en
graficus Johan Voskuil zijn de volgende die op het Prinseneiland een studio,
atelier begonnen zijn. Die samenwerking is nu nog steeds merkbaar bij veel
kunstenaars op de Westelijke eilanden. Ook denk ik nog vaak aan de krakers van
de jaren tachtig die Pakhuis ’t Seapaert
hadden gekraakt en later met medewerking van de gemeente een woongroep
vormde, die de ruimte huurde van
woningbouwvereniging Lieven de Key. Een geweldig goed gekozen besluit vonden wij
achteraf.
Achtereiland:
REALENEILAND dankt zijn naam aan de familie Real die daar grondbezitters waren.
Het eiland wordt omringd door de Zoutkeetsgracht waar vroeger de meelfabriek
Holland stond,
verder
het Westerdok, de Realengracht en Smallepadsgracht.
Jacob
Real gaf werven aan scheepstimmermannen die twaalf jaar geen huur hoefden te
betalen, maar wel een schip moesten leveren. In de pakhuizen werd pek, teer,
graan, tabak, wijn, bokkingen, haring, ansjovis en zout opgeslagen. De Silodam,
Zoutkeetsgracht, de Bokkinghangen, de Breewerstraten en Nieuwe Teertuinen
danken hun naam aan deze activiteiten. Op de zandhoek lag zand opgeslagen dat
overal voor gebruikt werd. Real liet een haringpakkerij bouwen met in de
gevelsteen de GOUDEN REAL een spaans/Portugese munt met de afbeelding van
Keizer Karel V.
Dit maakte zo’n indruk dat naderhand de hele
buurt zo is gaan heten. Ook liet Jacob
Real op de Zandhoek woonhuizen bouwen, achter die huizen stonden
de gebouwen van de "Britsch American Tabacco Company”
(BATCO)
was heel bekend bij de studenten die woonde op het schip de "CALEDONIA” wat aan
het Stenen Hoofd lag. Het eiland kreeg veel bekendheid door de roman van Jan
Mens: GRIET MANSHANDE. Het verhaal gaat over Griet Ludema, dochter van de
eigenaar van een kleine scheepswerf in de Vier- Windestraat. Op die werf
d’Risico werkte ook de twintigjarige Harm Manshande. De toen achttien jarige
Griet kreeg verkering en werd zwanger van Harm. Zij kregen een dochtertje wat
in de Eilandskerk met de naam Jane gedoopt werd. Drie maanden nadien kreeg Harm
een ongeluk door een omgekieperde lier die zijn schedel verbrijzelde.
Jacob
Olie fotograaf van al die mooie dingen van de Westelijke eilanden is geboren op
Zandhoek 10.
Nu
staat op de zandhoek een rijtje gerestaureerde kapiteinswoningen
waar
veel van die eilandbewoners tot mijn klantenkring behoorde.
Ik denk
aan Mevrouw Bouman Zandhoek 3, Willem Nijhold, Frans Halsema, Berend Boudewijn,
Eli Asser en Johan van der Keuken. Ja het is opmerkelijk hoeveel bekende
Nederlanders zich daar gevestigd hebben.
kunstschilder
Nicolaas Wijnberg een aardige man die altijd fluitend de winkel in kwam en toen
ik vroeg ‘waarom fluit u altijd?’ was zijn antwoord: ‘omdat ik niet zingen
kan.’
Schilder
Jan van Goethem was de volgende, ook prachtig werk. Weer
buiten komend
kwam ik dichter Jan Kuijper tegen hij was de zoon van schilder Jacob Kuijper en
kleinzoon van de schilder Jan Sluiters. Verder
was er
de beeldhouwer Wicher Meuring. Beeldhouwer Auke Hettema en beeldenkunstenaar
Jef Diederen hadden ’t Breitner atelier.
Volgende
was beeldendkunstenaar Niels Hamel, daarna kunstenares Ans Markus en de
kunstschilders Frank Creton, Herman van der Hoff.
Beeldhouwer
Egon Schrama en het beeldhouwers Collectief.
Ik ging
nog even terug naar het atelier van Jan van Goethem die met een glas wijn op mij
zat te wachten. Hij vroeg hoe ik het vond? ‘Mooi en interessant’ was mijn
antwoord. ‘Ja het barst hier van beroemde en bekende mensen.
Saxofonist
componist Willem Breuker oefent hier en de dichteres/schrijfster Carla Bogaards woont ook op het Bickerseiand. Deze
kunstenaars indrukken heb ik in 1994 opgedaan en ze nu gebruikt ter
nagedachtenis
Aan het
400 jarig bestaan van de
WESTELIJKE
EILANDEN .
De
aanleg is begonnen in 1614 en de viering is gedurende het hele jubileumjaar van
28 juni 2014 tot eind juni 2015 .