Eenmaal met pensioen valt er nog genoeg te doen!!


LANGGEREKTE SLOOTKANTEN.
 


Het was maart, en een kille voorjaarsdag in Landsmeer. Er werd voor de
vierde keer een aanhangwagen met graszoden bezorgt. Daar is hij al
weer zei Nel; die jongen weet van geen ophouden, als hij iets in z’n hoofd
heeft dan moet het meteen gebeuren, maar daar weet jij ook alles van, is
het niet Wim? Wij trokken onze laarzen aan en liepen naar de wagen die
weer volgeladen met dikke Purmerendse kleiachtige graszoden te
wachten stond. De plaggen werden door mij langs de slootkant met het
gras naar beneden verdeeld en dan aan gestampt om een stevige rand te
creëren. Nel liep ook af en aan, maar dan steeds met een plag, puffend
zei ze, elke dag een draadje is ook een hemdsmouw ........ vind je niet? Na
een paar uur zwoegen zaten we aan de koffie. De dagen die er op volgde
ben ik bezig geweest met aan pletten, opvullen met bagger en het
inzaaien van gemengd graszaad.

Daarna kwamen de omgewaaide bomen, dode takken, bladeren en
onkruid vooral de overal heen groeiende wortels van de brandnetel en
het zevenblad aan de beurt, met als doel om natuurlijke wallen aan te
leggen om het gazon te markeren. Nel kwam naar buiten en zei “daar
komt Theo Bosschieter aan”, dat is de zoon van Aart en Co, weet je wel?
Langzaam kwam er een kiepauto het erf opgereden met een vrolijke
jongeman aan ‘t stuur. Hallo, ik heb een vrachtje haksel voor jullie, waar
kan ik het storten? De plek werd aangewezen en hij stortte een prachtige
berg met gehakt hout. Daarna begonnen we met het schoonmaken van
de schaapskooi, wat ook een belevenis was. Met de kruiwagen hebben
we het haksel in en om het schapenverblijf verspreid, tot volle
tevredenheid van de bewoners. Nu gaan we eerst een broodje eten met
een eitje er bij om weer kracht op te doen zei Nel. Tijdens die lunch zei ze
een beetje verschrikt, de eitjes zijn wel erg slap, vind je niet? Ja, zo slap
als een zacht gekookt eitje bekende ik.. Weer terugkerend tot de
werkelijkheid, was ik even later weer bezig om de wallen te bedekken met
graspollen, mos en kleefkruid. In het gezelschap van mussen, mezen,
merels, eenden en de vriendschap met een roodborstje, wat steeds vlak
bij mij kwam fourerren, voelde ik mij al een echte agrariër.
Maar zeker is:
de natuur is een ware inspiratiebron.