Noodlot


NOODLOT


Woensdagmorgen het waait behoorlijk en het regent. Ik kijk op
de klok en realiseer mij dat ik over vijf minuten de deur uit zal
moeten voor mijn afspraak bij de huisarts. Even later was ik
opweg naar de Hemonylaan om aldaar in de wachtkamer plaats
te nemen. Er zaten nogal wat mensen van allerlei pluimage,
maar niemand sprak een woord. Wat een trieste omgeving en
wat een enge dingen over de meest gevreesde ziektes hingen
daar aan de muur. Waarom draaien ze niet een zacht muziekje
bedacht ik me. Er kwamen nog een aantal mensen binnen, één
ervan herkende ik als mede bewoner van onze seniorenflats.
Het leek mij een interessante man en zou best eens kennis met
hem willen maken. Er werd gefluisterd dat hij een big spender
en alcohollist was. Daar was mijn dokter, hij wees naar mij en
zei, u bent aan de beurt. Met een goedemorgen en een knikje
naar mijn buurman, liep ik naar de spreekkamer. Zoals elk
kwartaal werd mijn bloeddruk gemeten en kreeg ik mijn receptje
tegen onregelmatige hartslag. Binnen vijf minuten stond ik weer
in de gang en liep nog even de wachtkamer binnen om kennis
te maken met buurman, Jacob van Bremen en deze zei, Ik heb
mij rot zitten prakkiseren waar ik u van ken. We wonen in
hetzelfde gebouw en ik zie u wel eens in Tabitha. Nu daagt het
in ’t oosten zei hij lachend. Zullen we een keer een praatje
maken met een borreltje erbij, vroeg ik. Lijkt me leuk, maar ik
ben een pilsdrinker. Ik gaf hem mijn adreskaartje en vroeg
schikt het vanavond? Ja. Prima, ik heb nu alle tijd. Dan
verwacht ik u om acht uur. Dat u vind ik zo formeel, we gaan
elkaar tutoyeren is dat afgesproken? Tien voor acht, daar was
Jacob die zich aankondigde met een brede glimlach. Kom
verder, ik ging hem voor naar de zitkamer. Wat een gezellige
ruimte en wat een mooie schilderijen heb je. Ja, ik ben best
tevreden, het uitzicht op de Williebrordersstraat en door dit
raam zie je de Amstel. Als grapje noem ik mijn flat wel eens
"Amstelzicht”. Dat klinkt chique hoor, zei hij. Wil je eerst koffie?
Nee dank je liever een pilsje. Ik schonk twee biertjes en we
gingen gezellig tegenover elkaar zitten. Wat heb jij voor de kost
gedaan Wim? Ik ben ondernemer geweest en heb gedurende

veertig jaar "’t Zonnetje” een winkel annex grossierderij in
koffie, thee, kruiden en delicatessen gehad. Waar was je
winkel? Op de Haarlemmerdijk hier in Amsterdam. We branden
zelf de koffie en maakten onze eigen mélanges. Door de
leveranties aan hotels en schepen kregen we ook internationale
belangstelling en daar was ik best trots op. Indrukwekkend en
vond je het leuk werk? Hartstikke, het was mijn lust en mijn
leven. Jacob hief zijn glas, riep proost en nam een ferme slok.
Wat was jou professie? Vroeg ik hem. Mijn beroep was
journalist, dat heb ik ruim twintig jaar gedaan in binnen en
buitenland. Ik was getrouwd en we kregen twee kinderen. In de
loop der jaren werd mijn vrouw steeds depressiever en had
verschillende zelfmoord pogingen gedaan. Jacob kreeg tranen
in zijn ogen, pakte zijn zakdoek en begon uitvoerig te wrijven.
Mag ik nog een biertje? Vroeg hij. Ik zette een schaaltje chips en
pinda’s op tafel, pakte een kratje bier en een opener. Zo, zelf
bediening zei hij tevreden.


Doe of je thuis bent, was mijn antwoord. Nou, zes flesjes is mijn
taks tegenwoordig, ik ben aan ’t afkikken zowel van alcohol als
van marihuana. Na een paar slokken vertelde hij verder. Ik heb
ook voor een reclame bureau gewerkt en daar verdiende ik
scheppen geld. De situatie bij mij thuis werd steeds grimmiger
en mijn vrouw ging erg achteruit. Ik hield het niet meer uit, ging
‘savonds op stap en begon steeds meer te drinken. Met
vriendjes zette we de boel opstelten in kroegen en bordelen,
wat een vermogen kostte. Ik zat vol zelfverwijten, dat ik mijn
vrouw en kinderen verwaarloosde en reageerde dat af met
drank en een pak geld wat ik van de bank haalde en in de
huishoud pot stopte. Weer ging een flesje open en weer een
paar slokken. Werken deed ik haast niet meer, kwam met moeite
mijn bed uit en schreef alleen mijn collumnpjes voor een buurt
blaadje. Hoe kwam je dan aan geld wilde ik weten. Ik had geld
zat, ik smeet er mee en heb er tonnen doorgedraaid na de dood
van Ankie. O, je vrouw is dood. Ja ze is voor een trein
gesprongen en ik mis haar verschrikkelijk. Weer kwamen de
tranen en de zakdoek. Wat triest man, kon ik nog uitbrengen.
Het was inmiddels kwart voor één en hij bleef maar zitten. Had
jij een erfenis gehad of zo, want alleen met schrijven kon je
toch niet zo veel verdiend hebben? Nee ik had vijf ton in de
loterij gewonnen en dan heb je plots veel vrienden die graag
met je opstap gaan. Zelfs mijn psychiater was vaak van de partij
en was maar al te blij met zo’n patiënt. Ik heb hel en hemel
meegemaakt, bedoelde het goed met iedereen en nu maak ik de
balans. Eindelijk stond hij op en zei, Wim bedankt voor deze
avond, kom eens gauw voor een tegen bezoek. Oké, maar nog
een laatste onbescheiden vraag, heb je nog zo’n voordelig bank
saldo? Jacob dacht diep na en zei; er staan nog zes nullen op
de bank alleen is het jammer dat het eerste cijfer ook een nul is.
Ik opende de deur en zei; sterkte en voor straks slaap lekker.