Nieuw Elan: Scheepsvaartbuurt

     

 

               Een nieuwe elan

      ‘DE SCHEEPVAARTBUURT’
   

 

Door afbraak en het slopen van  een groot gedeelte van de bebouwing op de Haarlemmer-Houttuinen en  het verdwijnen van de Westerdokstraat en het Teerplein, waren een groot aantal mensen en klanten uit onze buurt verdwenen. Mede daardoor konden een aantal winkeliers het niet langer volhouden en vertrokken. Er kwam steeds meer leegstand en verpaupering, er moest echt iets gebeuren om de buurt weer aantrekkelijk te maken. Winkels op de Haarlemmerdijk en Haarlemmerstraat konden wel wat meer klandizie gebruiken. Zo, mijmerend met mede winkelier Joop Vos van banketbakkerij Beune, werd ons plan geboren om de Haarlemmerbuurt weer het aanzien van een scheepvaartbuurt te geven zoals het vroeger bekend stond. En wat lag meer voor de hand dan de buurt op te vrolijken met scheepvaartattributen.

De beroepsvaart van weleer maakte ruimschoots gebruik van het IJ en ook de grachten van de westelijke eilanden.

De Realengracht, Bickersgracht,

Prinseneiland en de werf aan de Zoutkeetsgracht werden druk bezocht voor hun onderhouds beurt. De bemanning van die schepen gingen passagieren, boodschappen doen en ook de kroegen werden niet vergeten. Scheepsbenodigdhedenwinkels waren ook erg in trek.

 

Wij maakten kennis met Henk- Jansen, schipper bij de havendienst en eigenaar van een schitterend winkeltje in scheepsartikelen, zoals patrijspoorten, scheepstoeters, koperen bellen, reddingsboeien en zijn specialiteit: mooi geknoopt touw voor allerlei doeleinden op de boot. Zijn adres was Haarlemmerdijk 25 en de naam van zijn zaak:        "De SLAMPAMPER”. 

 

 

Wij bespraken ons plan en vroegen hem, hoe wij aan nautische voorwerpen konden komen. ’O, dat is niet zo moeilijk’, zei hij enthousiast, daar ga ik jullie mee helpen, er is genoeg te koop maar we moeten het materiaal wel zelf opknappen.

Ik belde met de toenmalige voorzitter van de winkeliersvereniging de heer Hans Allis en vroeg of we een vergadering konden beleggen.

Dat is gebeurd en alle winkeliers

van Dijk en Straat waren ’t eens met de plannen en ook de contributieverhoging werd goedgekeurd. We legden contact met gemeentelijkscheepvaartinstanties , rederijen, handelaren, weekblad Schuttevaer

en ’t Scheepvaartmuseum.

Eerst moesten wij naar het gemeentebestuur voor het aanvragen van een vergunning om ankers, scheepsschroeven, bolders, meerpalen en dergelijke te mogen plaatsen.Die vergunning is er gekomen. Toen moesten wij het echt uitvoeren en waar maken.

Het werk kon beginnen en is grotendeels op de scheepswerf van Piet Bierenbroodspot tot stand gekomen, daar zijn wij hem nog steeds dankbaar voor. 

De scheepsattributen kwamen overal vandaan. Soms moesten we het zelf van een niet meer gebruikt schip slopen. De loop van het kanon dat nu op de Eenhoornsluis staat, deed eerder dienst als meerpaal (aanlegpaal) op het StenenHoofd. Wij wilden hem dolgraag hebben, maar hoe krijg je zo’n ding uit het water.

Tenslotte hebben wij hulp gevraagd en gekregen bij Mammoet/Goedkoop b.v. Zij kwamen met een grote sleepboot die deze loop van 2500 kg op de wal heeft gehesen.

De timmerman heeft de Afuit (een houten onderstel) met wielen gemaakt. Henk Jansen had verschillende spullen op de werf bij Piet afgeleverd en wij gaven hem de eerste opdracht voor het lassen van grondplaten voor bolders en het maken van een gording, ( een paalmuts op de kop van een dukdalf.)  Zelf hielpen wij in onze vrije tijd met het vervaardigen van meerpalen. Deze palen van speciaal hardhout moesten we

met een disseltje (dwarse bijl)

bewerken, daarna maakte Piet er metalen koppen op die wit geschilderd werden. De palen kregen een plaatsje op de trottoirband voor de winkels.

Het was altijd druk op de werf. Er stond een enorme knipschaar en een ponsmachine, mannen waren aan ’t lassen, zagen, timmeren en ook iemand die aan een boegbeeld zat te schilderen.

 

Ik had ook een boegbeeld aangeschaft om buiten de pui van mijn winkel op te sieren in de hoop dat andere winkeliers dat ook zouden doen. Mijn uithangteken ’t Zonnetje en het boegbeeld zijn door beeldend kunstenaar Fred Fritschy prachtig gerestaureerd en met bladgoud bewerkt.

Er kwam steeds meer belangstelling voor het scheepvaartgebeuren in de straat. We kregen bv een aanbod van kunstenares Marianne van Hooff, voor het maken van muurschilderingen, ook is zij verantwoordelijk voor het ontwerp van de stikker ‘Amsterdamse Scheepvaartbuurt, gezellig passagieren’. Toen kregen wij van de Kon.Holl.Lloyd en de Ned.Lloyd (Rotterdam) een bronzen vierblads scheepsschroef cadeau, die  met gedenkplaat, op de hoek van ’t singel en de Haarlemmerstraat is geplaatst. Ook de gids voor de Amsterdamse Scheepvaartbuurt was succesvol.

(met dank aan de tekstschrijvers

Jan Willem Holsbergen, Guido Hoogewoud en J.P. Puype.)
   

           ----------------------