Nieuwe vriendjes
NIEUWE VRIENDJES
Er is in korte tijd veel veranderd in het kabouterdorp. Het park en de dieren kregen steeds meer belangstelling en ook het pannenkoeken huisje en de speeltuin puilde uit van de drukte. ‘Er moet personeel bijkomen, anders loopt het mis!’ riep kabouter Suizebol. Hij besprak dit met de kabouters Bolwang en Baardje, die er net zo over dachten, maar het bijkomend bezwaar zat in de woonruimte. Nu we het er toch over hebben er is een brief uit Amsterdam van kabouter Weet Veel gekomen, hij voelt zich eenzaam in het "Oosterpark”, wil verhuizen en hier bij ons komen wonen. ‘Daar gaan we aan mee werken’ zei Koning Baardje vol overtuiging.
De kabouters hadden een hele avond met mijnheer Bos van natuurbeheer en architect Leeflang overlegd en waren het eens geworden. De architect wilde één groot huis laten bouwen, maar dat stuitte op bezwaar. ‘Nee, riep Baardje, dat willen wij niet, het moet een kabouterdorp blijven, met kleine huisjes en kleine deurtjes.’ Uiteindelijk werd besloten om nog een straatje met zes huisjes en één villaatje te bouwen.’ Dat villaatje gaan we als logement gebruiken en daar kunnen dan als eerste gasten de wijze kabouter Weet Veel en Klaasje Vaak gaan wonen.’ ‘Is iedereen het hier mee eens?’ ‘Ja, klonk het éénstemmig, ‘maar we zijn iets heel belangrijks vergeten’ zei Suizebol. ‘Om dat er sinds kort ook schoolreisje naar ons dorp georganiseerd worden is er behoefte naar een parkeerplaats ontstaan, waar ook bussen kunnen parkeren’ ‘ Heel schrander opgemerkt’ zei mijnheer Bos. ‘Vlak bij de ingang, buiten de hekken maken we die parkeer ruimte.’
Die zelfde week werd begonnen met de werkzaamheden. Er werd hard gewerkt en binnen een maand was alles klaar. Met het personeel zoeken verliep ook alles voorspoedig. Er kwamen drie kabouter mannetjes met hun vrouwtjes uit ’t Gooi en ook uit Madurodam kwamen kaboutertjes. Om het logement te runnen had zich een alleraardigst echtpaar aangemeld . Ze hadden in Zandvoort een Hotel voor kleine mensen beheerd en daar veel evaring opgedaan, maar door de komst van hun dochtertje wilde ze in een meer beschermde omgeving aan de slag. De volgende morgen stond Kabouter Bolwang ze op te wachten met de sleutel in aanslag en weldra was het zo ver. Daar waren ze Freddy, Vrouwke en hun dochtertje Donsje. De verhuizers gingen aan de gang en die middag hadden de meubeltjes en andere spulletjes een plaatsje gekregen. Het is helemaal klaar De gasten kunnen komen zei een blije Freddy. Aan die wens werd al snel voldaan want nog geen half uur later stond kabouter Sitsneus met Roosje en Klaasje Vaak voor de deur.’Hallo mijnheer wij komen even kennis maken en zien of Klaasje bij u kan intrekken. Hij ging ze voor en even later zaten ze gezellig in een ruime kamer te praten. Vrouwke kwam er ook bij en vroeg of ze wat wilde drinken. Het werd een glaasje fris. Het gesprek verliep tot ieders tevredenheid en Kaasje kon zijn intrek nemen. Freddy stond op en zei: ‘ga jij je spulletjes maar halen dan zal ik je naar je kamer brengen.’ Hij rende naar zijn logeer adres en kwam even later met rugzak en koffertje terug. ‘Zo eindelijk zijn wij die lastpak kwijt’ zei kabouters Spitsneus met een lachje.
De dag die daarop volgde had chauffeur Hans de oude wijze kabouter Weet Veel uit Amsterdam opgehaald en hem bij Freddy afgezet. Klaasje stond met Vrouwke in de achtertuin te praten en hij vroeg of zijn vriendjes in het schuurtje mochten wonen. ‘Wie zijn je vriendjes dan?’ vroeg Vrouwke.’ Dat is een haas, die heet Flits en een eekhoorntje en die heet Pluimpje.’ ‘Ze komen allebei uit het bos en willen niet op de kinderboerderij bij de andere dieren tussen de hekken.’ ‘Flits helpt mij in de tuin bij ‘t graven en onkruid wieden en Pluimpje doet veel werk in de vruchtbomen en ook het plukken van bessen, bramen en pruimen behoort tot zijn werk.’ ‘We zijn al een tijd dikke vriendjes en altijd samen.’ Kabouter Suizebol weet er van en ze mogen me helpen.’ ‘We zullen het aan Freddy vragen want die is tenslotte de baas’ zei vrouwke. Klaasje zat met Pluisje op zijn schouder en Flits naast hem in ’t zonnetje op de uitslag te wachten. Het duurde even en toen kwam Freddy met kabouter Weet Veel naar buiten en zei : Je hebt geluk, je vriendjes mogen bij je blijven maar moeten slapen in de dependance.’ ‘
Dank U wel ‘ riep Klaasje ‘en natuurlijk ook namens mijn vriendjes Flits en Pluisje.’ Vrouwke kwam ook nog even met Donsje naar buiten en zei: We hebben een welkomst verrassing voor je vriendjes.’ ‘Geef het ze maar Dons.’ Met haar kleine handje gaf ze een wortel aan Flits en een paar beukennootjes aan Pluimpje. Klaasje Vaak sprak eigenwijs: ‘Dit is de mooiste dag uit mijn leven.’