Valentijnsdag
VALENTIJNSDAG
Het was begin februari dat Nederland was omgetoverd tot een sprookjesachtig
dik sneeuwbed. Ook in ’t Kabouterdorp hadden ze Siberische koude nachten beleefd. De vijvers en sloten waren al dagen dicht gevroren met een dikke laag ijs. De kabouters Klaasje Vaak en Wouter Spitsneus waren steeds bezig met nieuwe dingen te verzinnen om de dieren in de vrije natuur flink bij te voeren, Zo hadden ze plekjes op de grond sneeuwvrij gemaakt en daar zaden gestrooid en aan stokjes vetbollen opgehangen. Bij de hazen en konijnen holen hadden ze dikke lagen stro gelegd die door de diertjes zelf
naar binnen werd getrokken. Ook aan de vissen en watervogels werd aandacht besteed, met tien werk kabouters werden hele stukken ijs van sneeuw ontdaan met als gevolg dat de algen onder het ijs meer zuurstof konden aan maken en er werden wakken geslagen. Op de boerderij is alles in orde, alle beesten zitten warm in hun hokken en hebben voldoende eten en drinken.
Klaasje zei tegen spitsneus: ‘het is tien voor vier, tijd om nu te gaan,’ ‘Waar ga je naar toe?’ Naar de circustent, waar Odette met de paardjes aan een nieuw dressuur nummer werkt. Klaasje had aan Jürghen bekend dat hij hopeloos verliefd was op die kleine mooie Odette met haar goudblonde haartjes. ‘Hoe kan ik indruk op haar maken en hoe kan ik haar beter leren kennen?’ ‘Zeg dat je vader op de Maan woont’ zei het clowntje lachend.
Jürghen ging verder, ‘Ik leer je paardrijden en dan zien jullie elkaar na afloop in de stallen.’
‘Ook moet je weten dat het een erg gevoelig meisje is, ze heeft in Amerika gewoond en houd heel veel van Jazz muziek.’ Klaasje deed erg zijn best om indruk op haar te kunnen maken. Zo was hij in een Engels boek over Jazz aan ’t lezen en luisterde hij naar deze muziek.
Het paardrijden ging hem goed af en na afloop stond er een verlegen Klaasje naast Odette zijn paardje te roskammen.
Hij verzamelde al zijn moed en zei:
‘Wil jij mijn vriendinnetje zijn?’ Ze keek hem glimlachend aan en zei ‘Yes, with pleasure!’ Even later zat het blije stelletje
hand in hand een kopje eikeltjes koffie te drinken. De dagen die volgde waren erg druk voor Klaasje geweest. Hij had aan de Gypsy boys gevraagd of ze hem wilde
begeleiden bij de song: ‘MY FUNNY VALENTINE’, die hij al dagen intensief ingestudeerd had. Bij bakker Koekje die met zijn hoogzwangere vrouw Margrietje
in de winkel stond werd hij hartelijk ontvangen, zij hadden hem geholpen met het uitzoeken van een mooie taart.
Het was een grote taart met een hart van marsepein en op de verpakkings doos deed Margrietje een prachtige rode roos.
Eindelijk was het 14 februari: ‘Valentijnsdag’. Kabouter Jürghen had alles voorbereid, zo stond er een tafeltje
met de gebaksdoos, hadden de Gypsy boys een plekje gekregen en Odette zat
op haar paardje vol spanning te wachten.
Een gordijn werd open getrokken en daar
stond Klaasje in zijn mooiste pakje met op zijn schouder eekhoorntje Pluimpie.
De muziek zette in en met een gesluierde
stem zong Klaasje zijn Song vol emotionele overgave. Er volgde applaus, een kus en de taart werd overhandigd.
‘Beautiful, Sweetie’ riep Odette .
‘Yes!!’ riep Klaasje en zong:
‘LOVE IS IN THE AIR’