Vissen

 

 

 

VISSEN.

 

Enige weken geleden was ik aan het lezen in het magazine ‘Vissen’( het blad van de Amsterdamse Hengelsport vereniging). Er stond een onderhoudend stuk in van een hartstochtelijke sportvisser. Tot mijn stomme verbazing bleek het een verhaal te zijn dat geschreven was door Marcel de Ruyter, de man van mijn kleindochter Mariska. Zij had de bijpassende foto’s gemaakt waarop mijn achterkleinzoon Xavier met z’n vader Marcel te zien waren. Zelf heb ik niet zo veel met sportvissen, hoewel ik vissen erg mooi en interessant vind. Door dit familieverhaal was mijn interesse gewekt en wilde ik er meer over weten. Marcel en ik hadden al eens over zijn hobby gesproken toen hij voor vaderdag met zijn familie ons een bezoekje bracht in Landsmeer bij mijn lat-vriendin die op een erf  aan een waterrijk veenweidegebied woont.  Hij vertelde dat hij vroeger met zijn vader veel op het Ilperveld en het Twiske ging vissen en dat ze regelmatig een prijs hadden  gewonnen bij de HSV Landsmeer.

‘In Café De Drie Zwanen in den Ilp staat nog een beker die mijn vader heeft gewonnen’. Een paar dagen later sprak ik met mijn goede vriend Aart Bosschieter, een geboren Ilpenaar, en ook een echte viskenner. We hielden een praatje ondertussen dronk hij zijn  Jägermeistertje. Nadat ik hem het Vissen magazine had laten lezen vroeg ik hem. ‘waar vissen ze op in den Ilp?’ ‘O, op van alles, vanaf de kant op baars en rietvorens en met een bootje op boerenkarpers, snoek, zeelt en andere soorten.’

‘Je vergeet paling’, zei ik een beetje eigenwijs. ‘Ja, dat wordt ook gedaan  met mestpiertjes maar meestal doen beroepsvissers dat met fuiken, let maar eens op, fuiken zie je op allerlei plekken’.

 

 

Marcel vist nu ook met zijn zoontje  in een slootje vlakbij hun huis en merkt dat Xavier een hengelsport liefhebber aan het worden is. Zo vader, zo zoon, plus de glimlach van een kind. Als hij wat ouder is vertel ik hij hem alles over de Beekforel, de Rietvoorn, de Snoek, de Zeelt, de Brasem en de Karper. Ook wil ik hem leren vissen met kunstaas, want dan kan je veel meer vangen dan met levendaas. En niet te vergeten het verticaal vissen op snoekbaars. Dat deed ik met allerlei rubberen shadjes, pilkers, flankers en ratelpluggers. De vangst was enorm.

En wat onze kleine man betreft. Nu droomt hij nog over stekel- en kikkervisjes en zingt het liedje: ‘ alle ‘visjes’zwemmen in het water’.

Maar tijden veranderen en de kleine visserman zal groot worden en vist dan niet meer in de sloot maar met mij vanuit de boot en dan zingen wij een liedje wat Piet Römer met zowel Andre Hazes als Leen Jongewaard heeft zongen:

‘MAAR ER IS EEN DING WAT IK NOOIT ZOU WILLEN MISSEN

       EN DAT IS VISSEN’