Willibrordusplein

 

               WILLIBRORDUSPLEIN. 

 

In de donkerste maand van het jaar zat ik in mijn werkkamer vol emotie in gedachten.

Wat is er veel veranderd en gebeurd in die 16 jaar dat ik in de Amsterdamse Pijp woon. In het jaar 2000 bouwde De Dageraad aan de Ceintuurbaan nabij de Amstel  nieuwbouwwoningen en kwam het Willibrordus Complex tot stand. Een groot gebouw met 47 ruime seniorenwoningen, twee gemeenschappelijke ruimtes, twee liften, een binnentuin en diverse dakterrassen. Bij het naastgelegen verzorgingshuis Tabitha kon je gebruik maken van een uitgebreid servicepakket waar ik ruimschoots van genoten heb. Trouwens die hele buurt is gezellig met zijn bewoners en bevolking van verschillende diversiteit, geloof, spraak en huidskleur.

Met die gedachten deed ik de deur open nadat er drie maal was aangebeld. Er stond een dame met Chinees uiterlijk. Zij zwaaide met een brief en zei: ‘Dag mineer, wil u asteblief handtekening zet, dat er niet parkeer garage komt  onder speelplaats van kinderen asteblief’. Ik dacht even na en zette mijn krabbel. ‘Dank je wel asteblief ‘ en weg was zij. Krijgen we nu weer dat gedonder met dat plein was toen mijn gedachte. Ons complex staat aan het Willibrordusplein, maar de appartementen hebben als huisadres Servaes Noutsstraat. Er mogen aan de flat kant geen auto’s rijden dus dat werkt zeer verwarrend en is erg vervelend als je met iemand afspreekt of een taxi belt. Daar had ik een oplossing voor bedacht. Jarenlang had ik een parkeerplaats tegenover het huis van mevrouw Ina Wunnink, die op de Sint Willibrordusstraat 15 woont. Ina, is een alleraardigste vrouw die alles en iedereen in de buurt kent. Ik vroeg haar wie Servaes Nout was, misschien een heilige?

‘Nee’, zei Ina,  ‘dat was een , hij was Beijaardier.de eerste klokkenist van het Amsterdamse stadhuis op de Dam wat nu Koninklijk Paleis is’. ‘Ja, zei ik, ‘dat carillon heb ik meerdere keren tijdens de Kerstperiode gehoord’

Als ik vrijdags voor het weekend naar Landsmeer in m’n auto stapte groette Ina mij altijd vriendelijk, maakte een praatje en zwaaide mij uit. Nu ik geen auto meer heb was zij de gene met wie ik het taxi probleem besprak. ‘Je geeft mijn adres op’, zei ze,  ‘en ga gerust op het stoeltje voor mijn huis zitten wachten.’ Nu, dat is meerdere keren gebeurd als mijn dochter of een taxi mij kwam halen. Op een vroege morgen zou iemand mij naar Hilversum brengen, dus was ik op nr. 15 voor het huis aanwezig. Ik had niet in de gaten dat het ‘s nachts geregend had, ging rustig op het stoeltje zitten en voelde dat ik een drijfnat zitvlak kreeg.

Ik heb hier wel een uur lang last van ondervonden, het voelde echt als iemand met incontinentie problemen. Maar problemen zijn er om op te lossen hoor je vaak zeggen en zo is het ook gegaan.

Nu gaan we weer over op de dingen die vandaag gebeuren.

Naar buiten kijkend zag ik dat het goed weer was en besloot  om een wandelingetje te maken op de Ceintuurbaan in Oud Zuid, met als einddoel Café Bloemmers voor een lekkere koffie en een croissantje. Daar zo zittend had ik goed zicht op het tegenoverliggende plein dat misschien weer op de schop zou gaan.  Ik zie nog die enorme bouwput van enige jaren geleden waarin een riolering bergbezinkbassin moest komen en hoor nog die puls-machine die betonnen palen de grond in dreef. Een nare gedachte, ik rekende af en stak de straat over om op een bankje een sigaretje te roken. Op een van die bankjes zag ik twee bekende oudere dames zitten. Ina Wunnink en Wies van Dalen, een charmante dame die vroeger onderwijzeres was geweest, wist ik mij te herinneren.

‘Goedemorgen dames!’ ‘ Dag Wim, hoe is het met jou?’ ‘Goed, maar nu ik jullie zie, hartstikke goed’ was mijn antwoord.  

Wies schoof een eindje op en zei: ‘kom gezellig bij ons op het bankje voor hangouderen zitten, dan kijken we met ons drieën hoe het met de voetballertjes, korfballers en spelende schoolkinderen gaat.’

 

 

‘Ja, want dat kan eerstdaags niet meer als de plannen van die ondergrondse parkeergarage doorgaan’, was de mening van Ina. ‘Onheilspellend is het allemaal. De vergaderingen en inspraakrondes bij het dagelijks bestuur van ons stadsdeel vonden ook geen gehoor en leverden niets op. Er werd gezegd dat dit een project van de gemeente Amsterdam is en die zijn verantwoordelijk voor inspraak en participatie. Dus Burgemeester Van der Laan, staak de plannen en laat het plein met de vele speelplaatsen in de huidige vorm bestaan’.

‘Ze blijven aan het veranderen hier in de buurt en dat is voor ons mensen die begonnen zijn aan de laatste korrels van de zandloper nauwelijks te bevatten’ was mijn mening.

‘Ja, maar dat is al meer dan 70 jaar het geval’ zei Wies. Als ik aan vroeger denk, ik zat als jong meisje bij de nonnetjes van het katholieke patronaat van de Heilige Willibrordus op school, ging hier naar de Kerk en zondagsschool ,ook gymnastiek, tekenles en andere culturele functies heb ik gevolgd in het gebouw wat nu een Marokkaanse Moskee is’.

 


 

Even was ze stil trok een denkrimpeltje en zei: ‘Ja, die afbraak is begonnen in 1970 toen de Kathedraal gesloopt werd en tijdens die sloop zijn ook de pastorie en zusterhuizen verdwenen. ‘Dat heb ik ook van dicht bij meegemaakt’ riep Ina.

‘Toen de kerk gesloopt was heeft het jaren geduurd voor er eindelijk een plan was om te bouwen. Eerst zou er de Nederlandse Bank komen maar dat ging niet door dankzij de vele protesten. In 1987 werd op die plaats een verzorgingshuis met plaats voor 100 ouderen gebouwd in opdracht van de Amsterdamse stichting Tabitha en met die naam Tabitha aan de Amstel zijn vele mensen meer dan 25 jaar nauw verbonden geweest. Daarna werd het overgenomen door zorgaanbieder Amsta en in 2014 werden alle bewoners verhuisd naar andere verzorgings huizen omdat het pand was aangekocht door vastgoed maatschappij Cocon. Er zijn 120 sociale huurwoningen tot stand gekomen voor ouderen vanaf 70 jaar. Die ook gebruik kunnen maken van Sociëteit het AMSTELHUIS met een ruim aanbod aan faciliteiten.’ ‘Maar geen parkeergarage ‘ meende ik nog te moeten zeggen na dit verslag van beide dames. ‘Nee, laten ze van ons plein afblijven, daar strijden we voor zoals zoveel mensen in onze buurt….  afgesproken?’

We hebben in ieder geval de tijd tot  december 2018.

Wie dan leeft wie dan zorgt.