Vrede

Vreemd stil waren de nachten, je moest er echt aan wennen. Er was geen oorlog meer, geen geronk van vliegtuigen,geen sirenes, je hoorde en zag geen Duitsers meer, kortom Vrede.
 
Sinds kort had ik een nieuw vriendje zijn naam was Frank de Bruné, hij was met zijn moeder uit Amerika gekomen en woonde tijdelijk bij oma en opa, zijn vader was jammerlijk omgekomen en moeder wilde absoluut terug naar Nederland. Het klikte meteen en hij kwam vaak bij ons thuis wat voor mijn vrienden en mezelf een mooie gelegenheid was om wat Engelse woorden te leren. Op een morgen kwam hij mij ophalen en zei ‘ga je mee kijken naar de intocht van de soldiers of the allies. of zoals jullie zeggen de geallieerden. Natuurlijk gingen wij mee, dat wil je toch niet missen. Met z’n vieren stonden we op de Johan Gerardsweg op onze bevrijders te wachten. Er kwamen steeds meer mensen de stoepen stonden vol, overal vlaggetjes en veel oranje petjes. Voor het eerst zagen we welpen en padvinders in hun uniform waar ze min of meer uitgegroeid waren.’ Wat duurt het lang voor ze komen, we staan hier al een half uur’ zei Henny. ’Ja, ze maken een selectie van militairen en die komen door het hele land vandaan wist een meneer te vertellen maar het merendeel wat hier komt zijn Canadezen.’ In de verte kwam er wat aan. De mensen drongen naar de stoeprand . Een politie agent regelde dat de kinderen vooraan mochten staan en daar hoorden wij ook bij. We zagen Amerikanen met hun gevechts voertuigen,Canadezen,Britten en ook een stuk of wat Poolse soldaten. Het was zeer indrukwekkend, op de meeste tanks en wagens waren ook burgers geklommen die ook met snoep,kauwgum en sigaretten strooiden. Het allermooiste vonden we een heel lange plattewagen met kerels die rokjes aan hadden.’ Wat zien die er gek uit!’ ‘Nee joh, dat hoort zo, dat zijn Schotten zij spelen op doedelzakken en drinken wiskey.’ We stonden druk te applaudisseren , toen er een jeep bij ons stopte met een vriendelijk lachende Canadees achter het stuur, die ons vroeg of we in wilde stappen. Dat wilden we maar al tegraag. Wij klommen in de jeep, Frank stelde ons voor en zei: ‘and I am Frank’, de Canadees gaf hem een hand met de woorden ‘my name is Ray Baker.’ Ray, sloot zich aan bij de groep en wij voelden ons heerlijk en zaten ook als overwinnaars naar iederéén te zwaaien een heerlijk gevoel gaf dat. Op de Groest zijn wij uitgestapt en liepen met Ray langs de stalletjes en allerlei atraxies die buiten plaats vonden. Bij een snackbar stonden tafeltjes en stoeltjes buiten en we namen plaats. Een leuk meisje kwam vragen wat we gebruiken wilde Frank speelde voor tolk en gaf onze bestelling door. Wij kregen een sorbet en Ray een biertje. Hij vertelde dat hij nog vijf dagen verlof had en graag bij een particulier een kamer zou willen huren. Frank vroeg aan mij of hij bij ons kon logeren? Ik schrok me een rotje, me moeder ziet me aankomen dacht ik. ‘We gaan ‘t vragen’ was mijn antwoord.
 
Na een kwartier zaten we weer in de jeep en gingen naar ons huis. Thuis werd hij hartelijk ontvangen en mocht de logeerkamer gebruiken. Hij was zichtbaar blij en zei :’ik haal wat spullen op en misschien wil hij wel even mee met mij want hij doet mij erg denken aan mijn eigen zoontje die op hem lijkt. Even later liep ik met een echte Canadese militair naar de jeep. Ik voelde mij apetrots. We reden naar het sportpark en daar stonden een stel legertenten waar hij een plunjezak en een heel grote kruik pakte die behoedzaam in de jeep gingen. Hij riep nog iets tegen een paar andere militairen en wij gingen weer op weg. De kruik was een geschenk voor mijn ouders met een verhaal erbij dat het een heel bijzondere wijn betrof. Die dagen dat hij bij ons verbleef was een groot feest. Hij nam ons elke dag mee met zijn jeep en wij moesten hem alle plekjes in de omgeving laten zien. Het Spaanderswoud, de heide, Anneshoeve, maar ook Laren en de Loosdrecht kwamen aan de beurt. Ook muziek had zijn buitengewone belangstelling. Hij speelde gitaar zong met een basstem en ook uit mijn blokfluit wist hij muziek te halen. Op de laaste dag van zijn verlof vertelde hij over zijn gezin in Canada waar een lieve vrouw, zoontje van tien jaar en hond op hem wachtte. Dat ik bij jullie mocht logeren heeft er toe bijgedragen dat ik op het rechtepad ben gebleven want de verleiding is groot als je ruim drie jaar van huis bent. Veel van mijn Canadian kameraden hebben een relatie aangeknoopt met een Nederlands meisje maar daar pas ik voor.Ik ben jullie dankbaar voor de gastvrijheid en we blijven vrienden hoop ik. Met de hele familie en nogal wat buren en kennisen hebben we Ray uitgezwaaid. ‘Till we meet again!!’