De laatste loodjes
De kaboutertjes waren allemaal naar de kleermaker geweest en hadden een nieuw pakje als bedrijf uniform aan gemeten gekregen. Ze zagen er prachtig uit. Een geel overhemd, groen vestje, bruine pofbroek, zwarte laarsjes, rood jasje en een rode puntmuts met gele kwast. De vrouwtjes kregen een geel bloesje, bruin rokje, zwarte laarsjes en een roodhoedje. Bij slecht weer was er voor ieder een groene overjas. Het stond ze prachtig. Overal vandaan waren de dieren opgehaald en overgebracht.
In de vijver een eldorado voor water en moeras vogels waren de eerste bewoners
op eigen kracht al aan gekomen.
Grauwe en Canadese ganzen, meerkoetjes, waterhoentjes, futen, zwanen een blauwe reiger en in de oeverwand was een ijsvogeltje zijn nestgang aan ’t graven. Vele soorten eenden zorgden voor een vrolijk gesnater.
Waterplanten en rietkragen verfraaide het geheel.
Kabouter Baardje had enige sollicitanten
hadden een brief ontvangen, met de uitnodiging om op 1 april om 14 uur te vergaderen in de poffertjes kraam.
Klokslag 2 uur was iedereen aanwezig.
Gerrit Bos sprak het openingwoord en alle medewerkers werden voorgesteld
met naam en functie.Tot slot werden de beheerders naar voren geroepen.
Deze kabouter met het kortste baardje.........
Zijn naam is inderdaad Baardje, hij is hoofd algemene en personeels zaken.
Deze met de langste baard heet Bolwang is hoofd technische dienst en onderhoud.
Tenslotte met punt baard Suizebol, hoofd tuinonderhoud en groen voorziening.
KABOUTERDORP & KINDERBOERDERIJ.’ Weltevree