Jordaan Romantiek


 Jordaan Romantiek
 

Door recommendatie hadden we er alweer een nieuwe klant bij
gekregen, een beroemd café op de Westerstraat en dat was niet
alles, want even later stapte er een man binnen met de kreet uit ‘t
Zonnetje in ‘t Zonnetje. Goedendag mijnheer bent u de baas? Ja
antwoordde ik en stelde me voor. Hij gaf me een stevige hand en
zei; Jakob Groenteman, moet je luisteren zei hij, dat zal wel moeten
anders hoor ik niet wat u zegt zei ik. Hij keek mij even zwijgend
aan, en zei; “Jij bent ook niet op je bekkie gevallen merk ik.” Mijn
vrouw heeft gisteren Hotel koffie bij jullie gekocht en die was goed,
wat moet ik betalen als ik die koffie per 10 kilo afneem? Ik noemde
de groothandelsprijs en hij ging er mee akkoord, daar wil ik 40
pakken van hebben met 10 kilo kristalsuiker en hebben jullie ook
theeballen? Ja zeker, heel lekkere Java theebuitjes, ze zijn verpakt
in doosjes van 100 stuks zei ik. Doe daar dan ook vijf doosjes van
bij zei Jakob, en dat moet je afleveren op de Droogbak. Komt voor
elkaar mijnheer Groenteman, zei ik, bedankt voor de order.
Gedurende jaren hebben wij bij Jakob elke week deze bestelling
gebracht en een enorme band met de man opgebouwd. Bij één van
de eerste afleveringen zei hij tegen mij, jij kunt wel munten
gebruiken als je winkeltje speelt is het niet? Ik zei ja, daar zijn we
nog steeds blij mee. Dus elke keer als er afgerekend moest worden
ging Jakop naar de keuken, daar stonden een paar emmers vol met
guldens en rijksdaalders, hij deed een paar graaien in die emmers
en gaf mij een linnen zakje met dat geld. Tellen doe je zelf maar en
als je tekort komt hoor ik het wel. Neem het zakje de volgende keer
weer mee. Meestal gaf hij veel te veel mee en toen ik dat geld aan
hem terug gaf zei hij, houdt het zelf maar bij op een briefje, dat
verrekenen we aan ‘t eind van het jaar wel. Geld heb je nodig maar
ik heb er de pest aan om het steeds te moeten tellen. Toen ik hier
pas begonnen was heb ik dagen gekend dat er geen mens binnen
kwam. En als ik dan thuis kwam vond ik ‘t vervelend om aan mijn
vrouw Esther te moeten vertellen dat ik weer de hele dag voor
tjoemba had gestaan. Ik moet er nog weleens aan denken, de hele
dag geen mens en tegen sluitingstijd komt er een man binnen, hij
vroeg een kop thee. Hoeveel krijg je van me, één gulden zei ik, de
man legde een knaak op de bar, ik kon niet wisselen toen zei die
man, laat maar zitten en hij ging weg. Toen ik thuis kwam vroeg
Esther, hoe is het gegaan? Ik zei de omzet viel tegen maar de winst
was enorm, dat is mazzel zei hij, dat had ik laatst ook bij een
droevige gebeurtenis. André, een vriend van ons was tijdens zijn
vakantie overleden. Met drie andere vrienden stonden we in de
aula en toen zei één van die jongens, wat ziet hij er goed uit, je kan
wel zien dat die vakantie hem goed heeft gedaan. Ik was mijn
emoties niet helemaal de baas maar je moet niet om de shit, maar
door de shit heen. Zenuwachtig lachte ik door mijn tranen heen.
We keken nogmaals in de kist en toen zei één van de jongens, wat
nu zo vervelend is, André heeft laatst nog de voetbalkaartjes voor
ons opgehaald en betaald en dat zit me toch niet lekker. Ja zei
Albert, dat is ook zo en die kaartjes waren Fl.100,= per stuk. Hij
pakte zijn portefeuille, haalde er honderd gulden uit en legde de
biljetten in de kist. Wijfelend deden de andere jongens hetzelfde.
Jakob stond beteuterd naar het geld te kijken. Nu was het zijn
beurt. Hij zocht in zijn zakken maar had geen honderd gulden
vinden, maar wel een chequeboekje. De jongens zeiden André nog
eenmaal gedag en liepen naar de uitgang. Jakob scheurde een
blaadje uit ‘t boekje en schreef een cheque van vierhonderd gulden
uit. Hij deponeerde de cheque in de kist en griste er de drie
honderd gulden uit.

Buiten stonden de jongens heel devoot te wachten.