In Holland staat een huisje

 
 
In een heel klein huisje in de Gemeente Haarlemmermeer woonde sinds kort drie kaboutertjes. Ze waren er een paar dagen geleden van uit het ‘Oosterpark’ in Amsterdam naar toe verhuisd, omdat hun paddenstoel waarin ze jaren hadden gewoond, afgebroken moest worden.
Heel veel verdriet hadden de kaboutertjes gehad want ze moesten ook al hun vriendjes, zoals de egeltjes, mollen, eendjes en ook het zwerfhondje Keesje achterlaten. Eerst hadden ze gesproken met kabouter Wijsneus, die over alles raad kon geven. Hij zei: ‘Jullie moeten met de oude kabouter Weetveel gaan praten die heeft al eerder met verhuizingen te maken gehad, hij woont hier vlakbij onder een treurberk en is altijd thuis.
 
Opgetogen gingen de kaboutertjes opstap en even later zaten ze gezellig bij de oude kabouter met z’n lange baard en puntmuts. ,Wat komen jullie doen?’ ‘Wij komen vragen of u ons aan een nieuw huisje kan helpen.’ ‘Ja hoor’, hij had gisteren nog van een bevriende bosuil gehoord dat er een lief huisje aan de rand van een veld vlak bij Hoofddorp leegstond. ’Maar eerst moet ik jullie namen weten zodat ik die door kan geven.’ De mannetjes stonden op en gaven een handje. ‘Ik ben kabouter Suizebol, dat is Bolwang en die kleine heet Baardje.
Dat huisje was vroeger van zes schapen maar staat sinds een jaar leeg en is zeker groot genoeg voor jullie drietjes. ‘Maar hoe komen we daar?’ vroeg Suizebol. ‘Met Zwanenfamilie Knobbel’ zei kabouter Weetveel, ‘die doen het graag als ik het ze vraag.’ ‘Ik zorg er voor dat ze jullie morgen komen halen’ Zo is het gegaan en nu zaten Suizebol, Bolwang en Baardje voor hun huisje vlak bij Hoofddorp, gezellig te praten.
Kijk daar vliegt een ooievaar’ riep kabouter Bolwang. ‘Dat is de voorbode van het voorjaar en een nieuw leven, was het antwoord van Baardje.
Zij vliegt met grote vleugels en gestrekte hals en is nog steeds het symbool van vroedvrouwen en kraamverzorgsters.
Deze vliegt naar het huis van Mariska en Marcel wist Baardje. Even bleef het stil. ‘Die ooievaar is wel wat vroeg. Ja, ze zou in mei naar Takkenburg komen had ik begrepen maar in Maart werd er al gebaart. Zo is het bij Mariska altijd geweest, zij zit vol verassingen maar wie haar kent is dat wel gewend, dat gaat Xaviertje ook allemaal beleven in zijn jonge leven. ‘Hoe weet je dat allemaal?’ vroeg Suizebol.
‘Ik ken haar al heel lang’ zei kabouter Baardje.