Kerstfeest in kabouterdorp

                      KERSTFEEST.

 

In de circustent werd druk gewerkt om die om te toveren tot een feestzaal met een groot hel verlicht podium.  De kabouters Bolwang, Klaasje en Jürghen

stonden achter de repeterende musici, die het openings nummer JINGLE BELLS

speelden. Bolwang had al drie keer op zijn horloge gekeken en zei ongeduldig,

waarom is Joost er nog niet, het is niets voor hem om niet op tijd te komen. Kabouter Klaasje zei: ‘hij heeft nog vijf minuten want het is vijf voor twee.’ ‘Vijf voor drie, zal je bedoelen’ riep Bolwang.

‘Nee mijnheer Bolwang uw klokje staat nog op zomertijd. Het is nu precies twee uur. Ja, hoor daar waren ze kabouter Baardje met zijn hond Kees en de ceremonie meester Joost Sterk. Ze beklommen het podium, Joost sloeg het manuscript dat hij in zijn handen hield open en begon: ‘ hier in deze hoek moet een kerststal komen te staan, hij moet zes meter lang en twee meter hoog worden.’

 

‘Waarom zo groot?’ vroeg kabouter Bolwang die met het timmerwerk belast was.’ Het wordt een stal met echte mensen, een krib met een echt kindje en de ezel van Jürghen.’ ‘Maria, Jozef en ’t kindje zijn een gezinnetje uit Hoofddorp met toneel ervaring, dus daar zitten we goed mee.’ Joost vroeg aan kabouter Baardje of hij even met de dirigent wilde overleggen over het verder verloop en gaf hem een lijstje. Er stond als eerste het kerstverhaal in tien minuten, dan het koor

met het lied ‘ERE ZIJ GOD IN DE HOGE EN VREDE OP AARDE BIJ MENSEN VAN ZIJN WELBEHAGEN.’ Daarna orkest, koor en allen te samen: ‘STILLE NACHT, HEILIGE NACHT.’ Dan het verhaal van de kerstboom in acht minuten. Daarna  zingen allen met orkest: ‘DENNEBOOM , O DENNEBOOM WAT ZIJN UW TAKKEN WONDER SCHOON.’ Daarna een korte pauze en krijgen de kinderen warme chocolade melk met een stukje banket. Dan het verhaal van de kerstman en allen zingen met orkest: ‘SANTA CLAUS IS COMMING TO TOWN.’

 

De dirigent had het goed begrepen en zei:

‘dat moet lukken’ en gaf Baardje een handdruk. ‘O, ja kan ik straks uw butler nog even spreken?’ ‘Ik stuur hem na afloop naar u toe.’ ‘Dank u zeer’ sprak de dirigent met een kleine buiging.  Het werd

erg druk in de tent, er was een hele groep

werkkabouters uit de dierentuin gekomen

om te helpen bij het versieren van de zaal. Er werden slingers, kerststerren en lampions opgehangen en ieder vond het een lust voor het oog. Joost stapte op de dirigent af en deze vertelde hem dat Roosje de vrouw van kabouter Spitsneus

als soliste een Cristmas Carol voor koning Baardje wil zingen. Joost dacht na

en zei; ‘het programma staat al vast, maar tijdens de pauze geven we haar die gelegenheid. ‘Dank u, dat is dan afgesproken.’ Allen dronken nog een kopje koffie en daarna keerden ze tevreden huiswaarts. Het was woensdag 21 december, de directeur van het circus

stond vol trots bij de ingang om iedereen

hartelijk welkom te heten.

 

 

Binnen was het een prachtig gezicht met al de lichtjes en versierselen in de kerstsfeer. De band speelde het liedje SILVER BELLS  met als solisten drie kabouters met een klokkenspel, xylofoon en een triangel. Ze kregen een enorm applaus. Toen nam Joost het woord en werd het afgesproken programma afgewerkt. Het werd één groot feest waar jong en oud vol overgave

tot aan de pauze aan meedeed. Margrietje van de poffertjes kraam kwam met tien werk kaboutertjes binnen en ging aan de gang met bekertjes chocolademelk en banket. Joost riep: stilte....!! en toen klonk er een schelle fluittoon uit zijn microfoon, waar iedereen hard om moest lachen.

‘Dames, heren, meisjes en jongens luister goed: ‘Ter ere en dank aan onze dorps koning Baardje volgt nu een solo optreden van de sopraan Roosje Bos.

De muziek  begon en Roosje zong met een ongelooflijke mooie stem.

HAVE YOURSELF A MERRY LITTLE                             

                  CHRISTMAS.

 

Het was muisstil in de zaal, Roosje zag er prachtig uit en maakte diepe indruk.

Koning Baardje zat vereerd  met tranen in de ogen naar haar laatste woorden te luisteren.

And have yourself a merry little Christmas now.

Daverend gejuich en applaus waren ’t gevolg. Het programma werd verder afgewerkt en op ’t eind kwam de kerstman en kregen alle kinderen een kerst cadeau. Directeur Johan Breuker

Stond na afloop zo trots als een aap bij de uitgang en vroeg aan een jongentje:

‘Hoe was het feest?’

‘Mieters gaaf !’ zei ’t ventje.

Die woorden moet ik opzoeken dacht de Duitse directeur.