Een lange rit

Een lange rit

 

Wij raakten boven de tachtig, hadden zelf geen auto meer, daarom moesten we steeds vaker een taxi bellen om ergens naar toe te gaan. Dat bleek een duur grapje.

Wij zagen dat onze buren gebruikt maakten van het aanvullend openbaar vervoer voor ouderen en mindervaliden personen. Hoe kom je daarbij?, was toen de vraag.

Je geeft aan waarom je het nodig hebt, als dat onder de regels valt, dan betaal je € 25,00 voor een pasje en de reis per rit, is dan de openbaarvervoer prijs.

 

We hadden alles zo geregeld en waren nu ook lid van die club.

 

Een paar dagen later belde een kleindochter dat net met haar vriend een huis had gekocht. ‘Oma en ome Wim, wij nodigen jullie uit om samen te komen kijken’. Dat vinden wij leuk! Dat doen we!

‘Nou Wim, zaterdag begint ons eerste ritje’.

De dag ervoor maakt Nel de afspraak, het pasnummer werd gevraagd en of het voor een of twee personen is, of er hulpmiddelen meegaan en de tijd natuurlijk, kan een kwartier eerder of later worden en de terugreis.

Precies op de afgesproken tijd, de volgende dag, stopte er een prachtige luxewagen met een aardige chauffeur die behulpzaam ons de wagen in hielp. Na zo’n 20 minuten waren we op de plaats van bestemming in Purmerend en werden verwelkomd door twee enthousiaste jonge mensen.

Tuurlijk moesten we de woningen bekijken maar eerst koffie met zelfgebakken heerlijke cake.

Na alles bekeken te hebben, werden we weer opgehaald, ditmaal door een busje wat acht personen kan vervoeren. De donkerhuidige chauffeur, geheel in het wit gekleed met rastahaar en glanzende witte tanden, hielp ons via de ‘stijgbeugel’ naar binnen.

Wij begroeten twee oude mensen die in rolstoelen zaten te knikkebollen. We werden in gegespt, zwaaiden nog naar de kleinkinderen en de wagen trok langzaam op onder de kleurrijke klanken van Surinaamse muziek. De twee oudjes werden via allerlei straten en pleintjes afgezet, met veel moeite, bij het "Dijklander” ziekenhuis in Purmerend.

Hij startte weer, ik zei: ‘wat een werk allemaal…!’ ‘Geen probleem, dar ben ik voor’, was zijn antwoord.

We reden richting Landsmeer….. opeens …hoefgekletter…. Een op hol geslagen paard….!

‘Sodemieter, dat scheelde maar weinig!’ riep hij.

Neeltje zag een beetje wit om haar neus. "Doodeng’ schreeuwde ze. ‘Ik ben bang voor paarden’.

Het dier werd al achtervolgd door een boer op de fiets. Voor ons liep het verder goed af. We werden korte poos later keurig (na afgerekend te hebben) nog een beetje trillerig, thuis afgezet.

Doordat ik wekelijk tussen Amsterdam en Landsmeer pendel omdat ik medicijnen en andere medische hulp nodig heb, hebben we noodgedwongen, al menig taxiritje met verschillende chauffeurs (mannelijke en vrouwelijke) meegemaakt. Over één van die ritjes wil ik nog wat vertellen. Op een donderdag had ik om drie uur een afspraak met mijn pedicure. Half twee zou de taxi komen, dat werd tien voor twee. Een busje met drie oudere dames erin stond voor. De chauffeur hielp ons met het boodschappenkarretje en instappen, zei vervolgens: ‘sorry, het is hartstikke druk’.

Enfin we zaten, hè hè nou op naar onze afspraak. In het dorp sloeg hij linksaf, hier kon ik vanmorgen niet door omdat er een boom, door de storm, dwars over de weg lag. Ik moest daar een klant ophalen, dat ging dus niet door, volgens een nieuwe afspraak, probeer ik het nu’. De mevrouw die naast mij zat tikte op mijn armen vroeg: ‘vind u het niet erg als hij mee eerst wegbrengt?’ ‘Ik keek haar aan en zei: ‘dat vind ik heel erg’. … Toen was het stil, toen riep zei op z’n Amsterdams: ‘je zit met te besodemieteren hè…?.

Keurig gaf ik antwoord: ‘ja, mevrouw’.

We reden verder. Op de hoek van een pleintje stond een klein oud vrouwtje. Zij zwaaide met haar wandelstok, zo van hier moet je zijn. Ook zij werd naar binnen geholpen en in gegespt. Toen pas riep zij: ‘hallo allemaal’. De tocht verliep verder vlot tot aan het BovenIJ Ziekenhuis waar drie dames uitstapten. Bezorgd zei ik: ‘wij komen nooit op tijd, het is al kwart voor drie, moeten wij niet bellen/!’ ‘Hoe dan, we hebben het telefoonnummer van niet bij ons en bij jou is niemand thuis. Ze gaat wel op een bankje zitten wachten hoor’.

Wat daarna gebeurde was vreselijk. We kregen half Noord-Holland te zien. De chauffeur ging eerst het leuke dametje afleveren in Vinkeveen. ‘Dit doe ik nooit meer’, we komen veel te laat’. Op dat moment ging rinkelde Nel haar mobieltje…. Het was May. Zei hoorde ons verhaal, zei: ‘ik vang haar wel op en zet vast koffie’. Dat was een hele geruststelling.

De chauffeur stapte weer in en vroeg of hij een muziekje mocht opzetten. ‘Heel graag’ zei ik en tot mijn stomme verbazing hoorde ik het hele repertoire uit mijn jeugd, muziek uit de 40 en 50 er jaren, zoals de de Ramblers, de Skymasters en andere bigbands. Ik snapte niet hoe dit bij deze man hoorde en zei vol bewondering:’ heb je ook Jazz uit die tijd?’

Hij drukte op wat knopje en wat toen keam…..

Het Wessel Ike combo met Toon van Vliet als gast solist op saxofoon…. ‘Leuk om die Jazz jongens ook nog eens te horen, bedankt man! We hebben genoten!’

Met een lach op z’n olijke gezicht draaide hij de Ceintuurbaan op en stopte op de speciale parkeerplaats. Ik vertelde hem nog dat ik verhaaltjes schreef en benieuwd was naar zijn levensloopverhaal en of hij wat vragen wilde beantwoorden… een denkrimpeltje en toen begon hij…. ‘Ik heet Jopie Gans, kom uit een traditioneel Joods gezin, ben 52 jaar en heb een vrouw en een dochter’. ‘Als ik zo brutaal mag zijn, wat voor opleiding heb je genoten’?

‘Nou, lager school en toen de MAVO, ondertussen was ik schappen- en vakkenvuller in een supermarkt, toen werd ik verpleegkundige in een bejaardenhuis en hielp twee avonden per week bij de ziekenomroep. Daar heb ik een oudere man Flip van Schaik leren kennen, die een enorme grammofoonplaten selectie bezat en die muziek liet horen bij horen bij die omroep. Na zijn dood kreeg ik al die platen als erfenis’.

‘Oh, nou snap ik hoe jij aan die jaren 40 muziek gekomen bent’. ‘Ook dankzij Flip ben ik chauffeur bij de ambulance geworden en heb dat 31 jaar vol gehouden. En nu vervoer ik knusjes weer mensen met dit soort busjes.

Dag mevrouw en dag meneer, graag tot een volgende keer’.

 

 

 De bronafbeelding bekijken