Wat is de naam?

De dagen verstreken en er heerste weer orde en vrede in het dorp en op de kinderboerderij.
Dat was een paar dagen geleden wel anders geweest. Een domme kabouter had vergeten het hek van het dieren verblijf af te sluiten met als gevolg dat een ram, drie varkens en de ezel door het park zwierven. Met veel moeite hebben de kaboutertjes die dieren terug gedreven en daarna met alle dieren een hartig woordje gesproken en ze geleerd dat ze binnen de hekken moesten blijven en ook hoe ze zich tegenover mensen en kinderen moesten gedragen.
 
Tevreden zat koning Baardje op zijn balkon over de gebeurtenissen na te denken, toen zijn rust verstoord werd door de wijze uil die op zijn tafeltje een landing maakte.’Goede middag mijnheer, zoals u weet, hoor en zie ik alles en nu heb ik gemerkt, dat de bezoekers en ook de medewerkers graag willen weten wat de roep- naam van de dieren is.’ De koning dacht na en zei: ‘ Dat weten ze zelf wel, een kip, eend of varken, dat hebben ze allemaal op school geleerd.’ ‘Nee dat bedoel ik niet’ sprak de uil.’ ‘Uw hond heet ‘Kees’, de kanarie ‘Piet’, de ezel ‘Doerak’ en de Belg die de muizen verzorgd ‘Sjefke’ en mijn naam is ‘Bram.’ ‘Wat is uw voornaam eigenlijk hoogheid?’ ‘Willem’ zei Baardje.
De wijze uil keek de kabouter koning onderzoekend aan en ging verder met zijn betoog.’ Nu is mijn voorstel- met u welnemen-, dat iederéén, zowel de dieren, kabouters en de medewerkers een naamplaatje krijgen dat duidelijk en goed zichtbaar gedragen moet worden, u laat voor de dieren een ketting maken waar die naam aan kan hangen en de anderen spelden hem op de borst.’ Koning Baardje zat met een diepe denkrimpel na te denken en zei: ‘ik kan dus duidelijk zien dat het varken ‘Knor’ heet en de eend ‘ Snater’ bijvoorbeeld.’ ‘Ja, zo bedoel ik het’ zei Bram de uil. ‘Ik vind het een goed plan en ga het met Bolwang en Suizebol bespreken. ‘Kees wil jij die heren even halen?’ Het plan werd aangenomen.
 
‘We maken ook een lijst met alle namen, wat hun functie is en waar ze werken. Die lijst komt in de kiosk en bij mij op kantoor te hangen.’ De Kettingen en naamplaatjes bestellen we met spoed, want de tijd gaat snel en we moeten alles klaar hebben voor 22 april, dat is op Goede vrijdag.
Bolwang zat er een beetje zorgelijk bij en zei: ‘Daarna is het Pasen en hebben we nog maar vijf dagen om aan alles te wennen en te oefenen voor het openings feest op 1 mei.’
Kabouter Baardje dacht aan een liedje van vroeger en sprak:
 
"We zijn toch op de wereld om mekaar om mekaar te helpen, niewaar?"