Oud van dagen en 55 plussers

      OUD VAN DAGEN EN 50 PLUSSERS.

Onze digitale ingewikkelde maatschappij van vandaag is voor ons mensen van voor de tweede wereldoorlog met moeite nog te begrijpen. Al die nieuwe dingen zoals een mobieltje, een laptop, online bestellen, smart- phone,  interactieve TV en ga zo maar door. Het duizelt bij ons ouderen die nog in de ban van het begin van de twintigste eeuw leven. Maar ja, het leven gaat verder ook met de narigheden van deze tijd, denkend aan al die oorlogen, vluchtelingen en asielzoekers. Als we dan praten met onze kinderen, die inmiddels ook Abraham en Sara gezien hebben is hun advies: begrip tonen, blijven leren en proberen de dingen op te lossen want we leven nu in de maatschappij van de toekomst en daar horen jullie ook nog bij. Daar over nadenkend met al onze ouderdoms- kwalen zoals artritis, knobbel-knieën, moeilijke voeten , oogproblemen en vergeetachtigheid is het moeilijk dit alles te consumeren. Nu kom ik toe aan onze kinderen die allen de vijftigste leeftijd gepasseerd zijn en door het leven gaan als de 50 plus generatie. Mijn vriendin heeft twee zonen, twee schoondochters, één kleinzoon, drie kleindochters die partners hebben waarvan één ook al moeder is van een dochter. Mijn rijkdom bestaat uit twee dochters, een schoondochter, een schoonzoon, één kleindochter met man die mij overgrootvader hebben gemaakt met één achterkleinzoon. Onze gezamenlijke mannelijke familieleden zijn allemaal enige jaren geleden Abraham geworden en weten waar hij de mosterd haalt. En wat de vrouwen betreft, die zitten er meer mee want ook zij zijn jaren geleden Sara geworden, hebben de broek aan, willen geen gebak omdat ze zich toch al een oude taart voelen. Maar als je die 50 plussers vraagt wat ze nog verwachten van het leven is het antwoord: Wij hopen fit, sportief, gezond en vrolijk te blijven want we moeten doorwerken tot ons zeven en zestigste jaar om ook de AOW leeftijd te bereiken. ‘Ja, dat hebben we allemaal aan die boenders in Den Haag te danken verzuchtten ze eenstemmig.’

‘Tja,’ zei ik, denkend aan het toneelstuk Op Hoop van Zegen. Kniertje zei het honderd jaar geleden al: De vis wordt duur betaald’.