Ouderenzorg

    

                       OUDERENZORG.

 

In lang vervlogen tijden, ik ben van voor de tweede wereldoorlog, was het bijna vanzelf sprekend dat de kinderen voor hun bejaarde ouders zorgden.

Maar voor alleenstaanden waren er weinig of geen voorzieningen om gezellig oud te worden. Had je geen kinderen, familie of geen geld en je werd hulp –behoevend dan was de enige hoop op een plaatsje voor vrouwen in het " BESJESHUIS”, of voor mannen

In het " ARMENHUIS”, dat was in Amsterdam in de Roeterstraat .In dat Armenhuis was het streng en niet

gezellig je was niemand  en iedereen speelde de baas .

Ik herinner mij nog een liedje wat daar vandaan kwam: "Hier mag Opaatje niet zitten, daar mag Opaatje niet staan”, maar dat is sterk veranderd nadat op aanwijzing van architect H.P. Berlage

een heleboel dingen verbeterd zijn. In 1947 kwam er een wet tot stand doortoedoen van de toenmalige politicus Willem Drees , De wet "Noodvoorziening voor Ouderen” en dat gaf voor veel  mensen al een verlichting. In 1956  zorgde de inmiddels ( Vadertje Drees) genoemde er voor dat de ”Algemene Ouderdoms Wet” er kwam, onze huidige (AOW).

In 1957 werd de Willem Dreesstichting opgericht en die bouwde verzorgingshuizen op sociaal-democratische grondslag. Het eerste moderne bejaardenhuis werd omstreeks 1965 geopend.

Daarna volgde er vele zorgcentra’s, o.a Tabitha wat nu Amsta heet , de Osira Groep, Beth Shalom ,een zorginstelling voor Joodse ouderen.

‘t Hospice Veerhuis is tegenwoordig een gastvrij huis voor mensen die spoedig zullen sterven.

Aan mensen met een bijstanduitkering of  de WAO is ook gedacht en een oplossing gekomen. Verder hebben wij te maken met een grote groep ouderen van Surinaamse afkomst, ook Zuid-Europeanen, Chinezen en specifieke bevolkingsgroepen zoals Turken en Marokkanen waar ook aandacht aan hun Islamitische geloofsgewoontes moet worden gegeven,

denk maar aan aparte gebedsruimten en speciale maaltijden. Uit een recent onderzoek blijkt dat de zorgbehoefte  van  moslimouderen met een sociaal economische achterstand, de ouderdomsklachten zo’n  tien jaar eerder optreden dan bij autochtonen

van de zelfde leeftijd. Zware arbeid, spanningen in de familie, heimwee, discriminatie en onzekerheid zijn daar debet aan. Her armenhuis in de Roeterstraat is allang niet meer alleen voor arbeiders en dagloners het heet tegenwoordig, Dr. Sarphatihuis.

Het is net als verzorgingshuis De Flesseman in de Nieuwmarktbuurt en woonzorgcentrum De Rietvinck in de Vinkenstraat een plek waar Jordanesen en echte Amsterdammers zich thuis voelen. De bewoners dragen het hart op de tong en de grappen en opmerkingen vliegen volop over tafel. Om er één te noemen. Een vrouw na een ruzie met haar man.

Ze bekijkt zich nauwkeurig in haar spiegel, vol genoegdoening: ‘Dit mispunt gun ik ‘m!’ Er gaan steeds meer ouderen naar verzorgingshuizen als ze problemen met wassen en aankleden krijgen en de kinderen geen boodschappen of huishoudelijke werkjes willen laten doen. Ze willen het liefst door professionals verzorgd worden.

Hun credo dan ook is: ‘Ik wil mijn kinderen niet tot last zijn, ze hebben hun eigen leven, vaak zijn het twee verdieners, hartstikke druk en hebben zelf tijd te kort. Er is maar één oplossing voor aldus ome Hein: ‘Haast je als je de tijd hebt, dan heb je de tijd als je haast hebt!’ ‘Nou tijd heb ik nu genoeg en maak gebruik van alle activiteiten die voor de bewoners georganiseerd worden.’ Ome Hein was sinds enige maanden bewoner van Zorgcentrum Amsta, van af het begin had ik contact met hem en dronken we gezamenlijk een bakkie leut, zoals hij dat noemde. Hein was een kleine gezellige man met een rond kaal koppie, waar onder zijn neus een snorretje prijkte. Op zijn vraag of ik ook een kamer in Amsta had zei  ik ’nee, ik woon hier naast in een seniorenflat en kom via de tuin hier binnen.’ ‘Een "Inloper” noemen ze dat.’ De oud markt koopman moest er om lachen, ‘ik noem dat eerder een "Overloper.” We spraken veel over ouder worden, de verzorging,  de verpleging, de efficiëntie ,de bureaucratie, de topsalarissen  die eerst  moeten worden aangepakt en meer van dat soort zaken,  zoals  de naoorlogse babyboomers van 1946 die nu ook met pensioen gaan. ‘Ja Nederland vergrijst er komen zo’n 500.000  bejaarden bij en die willen ook allemaal een goed verzorgde oudendag..’‘De zorg wordt onbetaalbaar, de werkdruk steeds hoger en er moeten steeds meer vrijwilligers komen om de boel gaande te houwen.’ ‘ Als je met mijn vriendin Olga praat kom je nog veel meer aan de weet,’ zei Hein .’Heb je een vriendin?’ ‘Ja, al  een jaartje of vijf, het is een moord wijf, ze woont nog zelfstandig is niet op haar bekkie gevallen en heeft een heel eigen mening, maar dat merk je nog wel .’

Hij  pakte zijn mobieltje, belde haar en vroeg of zij ’s-middag’s kon komen. ‘Zij is hier om twee uur’, was zijn antwoord. Die middag hebben we in de lounge aan een tafeltje gezeten een glaasje gedronken en naar haar verhalen geluisterd. Ze maakten  zich grote zorgen over de bezuinigingen die er aan komen en dat  de vergoedingen  voor hulpmiddelen zoals rollators. looprekken, krukken en wandelstokken ook komen te vervallen . Dan denk ik  ook aan dat zo’n 1,5 miljoen   65-plussers met een chronische aandoening. Sommige moeten alles zelf  betalen en naar private aanbieders .

Al zo’n vijf en veertig jaar werkte ze in de ouderen zorg en ondanks alle moderne middelen en verbeterde werk omstandigheden van heden stelde ze:

‘De ziel is uit de zorg verdwenen.’ ‘De meeste  tehuizen werken tegenwoordig met uitzendkrachten,  waarvan er heel wat alleen voor het geld komen en niet om de oudjes met respect te behandelen en die aandacht  en verzorging  te geven waar ze recht op hebben.’ ‘En vertroetelen is er helemaal niet meer bij.’’ Nee,  de oerverpleegster van vroeger is verdwenen en dat komt grotendeels door de miljarden bezuinigingen, vooral op goed opgeleid personeel want  dat is te duur.’ ‘Verder al die papieren rompslomp die bijgehouden moeten worden

want de medische zorg dossiers zijn belangrijker dan de patiënten , denk ik wel eens.’ ‘Heel vaak hoor je, ik heb het te druk, ik kom zo, je moet even wachten en als dan zo’n mensje onderuit gezakt in haar ontlasting zit krijgt ze ook nog te horen , waarom zeg je niet dat je naar de W.C. moet.’ Of een vrouw die ze haar steunkousen ’s ochtends al hadden aangetrokken en weer op bed gelegd ondanks het feit dat het die ochtend haar douchedag was.’

Toen ze zei, ‘Ik moet toch onder de douche kreeg ze van zo’n flexkracht te horen, ‘ U stond niet op mijn briefje, dus er wordt niet gedoucht.’ Een mijnheer die gevallen was , veel pijn had en om een pijnstiller vroeg kreeg te horen, dat moet U aan de pillenzuster vragen en die moet het aan de dokter vragen maar die komt vanmiddag pas.’ ‘Nee het gaat niet altijd goed in de ouderenzorg, maar er komt verbetering is wat je steeds hoort zeggen.’ ‘Er worden nu verpleegkundigen en doktersassistenten opgeleid die ook bevoegd zijn om de meest elementaire medische ingrepen uit te voeren.’ ‘Dus specialisatie en hart voor de patiënt is de toekomst’ zei , Olga over deze opofferende weldoeners, die best wat meer waardering mogen  krijgen  en dus ook wat meer op hun loonstrookje.’ Hein zat met diepe denkrimpels

bij deze stortvloed van woorden en zei tenslotte:

‘Wij zijn begonnen aan de laatste korrels van de zandloper en voor mij is er nog steeds:

              ‘De wet van blinde Maupie’ 

         "EERST ZIEN  - DAN GELOVEN.”