Rustplaats Hilversum

              RUSTPLAATS HILVERSUM.

 

Het was juli 2012 de maand waarin je normaal veel zonneschijn verwacht. Maar het werd regen,regen en nog eens regen, het was koud en er waaide een strakke wind. Met mijn dochters  Lonneke en May had ik een afspraak gemaakt om woensdag 18 juli naar Hilversum te gaan voor een bezoek aan de Noorderbegraafplaats waar hun oma, opa en tante begraven liggen.Op die bewuste dag werd ik door May gebeld: ;Pa, we komen je om half twaalf halen en ik parkeer op jouw plekje in de Sint Willibrordusstraat, als jij dan in de hal wacht, komt Lon je daar halen.’ ‘Hoe gaat het met ’t lopen?’ ‘O, als een jonge vent, maar wel met een wandelstok, dus geen rolstoel of rollator meer.’ ‘Dat is goed nieuws, tot straks dan.’ ‘Hé, May ik waarschuw je al vast, het is hier in de buurt een grote chaos met het verkeer.’ ‘De P.L. Kramerbrug in de Amsteldijk tussen de Jozef Israëlskade en de Amstelkade wordt gerenoveerd en het autoverkeer wordt via de Wibautstraat omgeleid.’ ‘Dat is geen probleem hoor, want ik heb die twee mannen bij me.’ ‘Twee mannen?’

‘Ja Tom en Tom’ zei ze met een lachje. Tien voor half twaalf stapte ik uit lift op de begane grond de hal binnen, om op de bank plaats te nemen.

Ik kon het vergeten want er waren verhuizers bezig met een vreselijke bende als gevolg.

Dus besloot ik alvast naar de parkeerplek te gaan, voor ’t huis met nr.15 was een gevel- tuintje met een houten bankje waar ik op wacht ging zitten. Even later stond er een lachende Lonneke voor me. ‘Ik sta voor die hal maar je was er niet, op straat kijk ik naar links en naar rechts maar geen Wim, gelukkig kwam er een buurvrouw van je en die wist precies waar je zat en dat je wel vaker op dat plekje te vinden was als iemand je kwam halen.’ Er stopte een Volvo Stationwagen voor mijn neus en dochter May met een nieuw schouderlang kapsel zat achter het stuur.’Hallo papa!!’ , ‘Dag, meisje

je bent keurig op tijd.’ Zoals je van mij gewend bent, was haar antwoord ‘Je zit het lekkerst voorin.dus mag je naast mij zitten, hoe vind je dat?’ ‘heel fijn.’ Lon hielp mij bij het instappen en de tocht kon beginnen. Met het grootste gemak reed ze met die grote wagen door het drukke verkeer in Oud Zuid. Eerst een stukje Ceintuurbaan toen links af de van Woustraat in om vervolgens via de Rijnstraat richting het Gooi te rijden, "Tom”, die voortdurend aan ’t woord was liet ons rechts aanhouden, afbuigen en bij Laren links afslaan. We reden langs het Mediapark en ’t Sint Janskerkhof richting Hilversum.

 

We reden op de Johan Gerardsweg en ik vertelde dat veel van mijn jeugd vriendjes in deze huizen woonden. Bij het viaduct gingen we naar rechts de Laan 1940-1945 in en stopte voor het prachtige gebouw met vijver

van de Noorderbegraafplaats. Ze hielpen mij met uitstappen en wilde mij een arm geven.

‘Heel lief, maar ik loop zelf met mijn stok want dat is gelijk een goede oefening. Er kwam een jonge vrouw met een kindje voor op de fiets, ze stapte af en vroeg of wij wisten waar ze de Heilighartkerk vinden kon. Ik zei dat is in die richting en wees in de verte, u vraagt daar naar het Dr. Kuypersplein en u ziet de kerk.’

‘Hoe weet je dat zo precies’ vroegen ze vol ontzag. ’Ik woonde in die buurt een straat verder’, was mijn antwoord. ‘De Hendrick de Keyserlaan’, zei Lonneke. We liepen langs de aula het prachtige park van de begraafplaats binnen en waren onder de indruk van het grote

grasveld met mooie struiken en bomen uit de vorige eeuw. Er stonden berken, populieren en heel oude eikenbomen in volle glorie. ‘Weet jij waar we heen moeten?’ ‘Ja een stukje recht door en dan de bordjes van Dudok volgen want hij ligt met zijn vrouw Alleta Smit tegenover het familie graf van mijn ouders en zus begraven.’

 

 

Wie was Dudok eigenlijk?’ Willem Marinus Dudok is de beroemde Architect  van het Raadhuis van Hilversum, vele scholen, het sportpark  en zelfs deze begraafplaats heeft hij ontworpen.’ Wij passeerden vele grafzerken met prachtige bloemen en planten en lazen de namen. Bij sommigen stond een plastic bordje met een oproep aan familie, vrienden of bekenden om zich te melden. ‘Waarom zou dat zijn?’ ‘Misschien om een erfenis te verdelen’ zei May.We liepen verder en kwamen tenslotte bij het graf. Het zag er nog goed uit, alleen de plantjes hadden het begeven,
Maar daar kwam verandering in  daar had May voor gezorgd. Uit haar tas kwamen nieuwe plantjes.
De jassen gingen uit. Lon had een schepje en een stoffer meegebracht en samen maakten ze in knielende houding de boel weer in orde.
De steen met opschriften werd schoon gemaakt de nieuwe plantjes kregen hun plek en water water, het bescherm engeltje werd herplaatst en er werd een kaarsje aangestoken.
Tevreden en voldaan keken we naar het resultaat. Op dat moment kwamen twee koolwitjes boven het graf vliegen. Ze dansten en dartelden wel vijf minuten lang boven die plek.
Wij stonden versteld naar die vlinders te kijken.’
‘Dit  heeft een betekenis’: xxx ‘

Dit is een groet en ‘bedankje uit ’t hiernamaals.’