Rompie

Net als iedere ochtend ging kabouter Suizebol naar het logement om Klaasje op te halen om in ’t plantsoen aan het werk te gaan. Gewoonlijk zat Klaasje Vaak met Flits de Haas en Pluimpje het eekhoorntje, op het stoepje voor de deur. Maar er was niemand. Hij belde aan en tot zijn verbazing deed de oude wijze kabouter Weet Veel de deur open en naast hem zat een mensaapje van de rhesus familie.’ Suizebol deed een stapje naar achteren en zei vol verbazing ‘ wat is hier aan de hand.’ ‘Goeie morgen, er is niemand thuis, Freddy is met Klaasje naar koning Baardje om over dit aapje te praten en Vrouwke is met Donsje naar de markt. ‘Je kan hier op Klaasje wachten als wilt , zei kabouter Weet Veel.’ ‘Nee, zei Suizebol ik ga ook terug naar huis, misschien kan ik bij het gesprek aanwezig zijn.’
 
Hij liep gelijk door naar het kantoor van kabouter Baardje en daar zaten ze allen bij elkaar en Bolwang was koffie aan het zetten. Freddy nam het woord en vertelde wat er gisteren avond was gebeurt. ‘Ik was nog even in mijn tuintje gaan zitten, toen er opeens een aapje voor mij stond.’ ‘Dag mijnheer,’ ik heet Rompie en ben op zoek naar een plekje om de nacht door te brengen, kunt u mij helpen?’ Ik wist niet wat ik zag en wat ik hoorde.’ ‘Waar kom jij vandaan en waar heb je dat praten geleerd?’ ‘Praten heb ik van boer Teun geleerd direct toen ik bij hem op de boerderij kwam wonen begon hij mij woordjes te leren.’ Het bleek dat Rompie in een dierenwinkel geboren was en toen twee maanden oud, werd zijn moeder bij hem weggehaald en bleef hij alleen in een hok achter. Op een dag kwam er een boer die in Halfweg woonde de winkel binnen, die had hem gekocht en meegenomen. Na een paar jaar was er tijdens een hevig onweer de bliksem in de hooiberg geslagen er was brand uitgebroken en ook de boerderij was geheel afgebrand. Rompie was gevlucht en toen hij terug kwam hoorde hij van een brandweerman dat ook boer Teun omgekomen was. Hij wist niet waar hij naar toe moest en vroeg de mensen die hij tegenkwam om raad. Er was één mijnheer zo vriendelijk en die zei, misschien hebben ze een plekje op Weltevree voor je, ik zal je er naar toe brengen en dan moet je het zelf vragen.
 
 ‘Nou dat was een zielig verhaal zei Baardje, we moeten hem helpen, maar hij kan niet bij de andere dieren op de boerderij, dus hebben we een probleem.’ ‘Helemaal geen probleem’ riep Klaasje, hij kan bij mij op mijn kamer wonen als Freddy het goed vindt.’ Oké, maar je ruimt zelf zijn rotzooi op en je moet ook meer pension geld betalen.’ Er werd een briefje met de afgesproken voorwaarden geschreven en Klaasje moest het ondertekenen, Dolgelukkig drukte hij even later Rompie tegen zich aan en zei; ‘jij bent nu mijn vriendje en kamergenoot,’ ‘In het schuurtje zitten je andere vriendjes die leer je nog wel kennen.’